Het verband tussen Jezus’ Hemelvaart en de nederdaling van de H. Geest op de Apostelen, die we met Pinksteren vieren, is duidelijk. Jezus moest naar eigen zeggen terug naar de Vader om de H. Geest te kunnen sturen.

Zelf heb ik vaak moeite met die uitspraak. Want wat had er nu fijner kunnen zijn dan dat Jezus hier bij ons op aarde was gebleven?! Maar misschien getuigt dit van kortzichtigheid, want zelfs van de Apostelen, die er toch het meest gebrand op zouden moeten zijn Jezus bij zich te houden, staat opgetekend dat zij na ’s Heren Hemelvaart met grote vreugde naar Jeruzalem terugkeerden.

De Zoon en de Geest zijn innig met elkaar verbonden: de komst van Jezus Christus in de wereld, als kind geboren uit de Maagd Maria, danken we aan de Geest, en de komst van de Geest in de wereld danken we aan Jezus Christus. Dat blijkt uit de Schrift. Die komst van de H. Geest in deze wereld is niet ongemerkt gebleven. Uit de Handelingen der Apostelen blijkt hoezeer die H. Geest de Apostelen heeft bezield en gesterkt, en de Vroege Kerk heeft doen groeien zodat zij zich over heel de wereld verspreidde.

Maar de vraag wat er nu nog van die werking van de H. Geest over is, valt moeilijk te onderdrukken. Het elan is er immers al een tijdje uit, dat mag je toch wel zeggen? Maar toch, de Kerk is er nog steeds, en dat ondanks alle tekortkomingen en fouten, die wij, christenen, generatie na generatie maken, en waar we helaas nog steeds mee doorgaan. Laten we de H. Geest blijven vragen ons te leiden en te bezielen in ons leven van alledag, zodat wij Gods beeld en gelijkenis, waarnaar wij zijn geschapen, in elkaar blijven zien en wij ons samen Kerk van Christus blijven voelen.

Theodoor van der Voort

(Afbeelding: Pinkstericoon, kring rondom Andrej Rubljov, Museum in het Kyrillo-Belozerskij klooster, Europees Rusland)