Belijdenis en katholiciteit
16 Belijdenis en katholiciteit Van de kerk die op deze manier heilig is, wordt vervolgens gezegd dat zij katho- liek is. 25 Wat wordt in dit verband bedoeld met ‘katholiek’? Het Griekse kaqoliko/ j wordt vertaald met ‘algemeen, het geheel betreffend.’ Het is een samenvoeging van kata (dat betekent ‘vanaf,’ en het woordenboek zegt er dan bij: ter aandui- ding van een beweging van boven naar beneden) en to o3lon (het geheel). Met ‘katholiek’ wordt derhalve een geheel aangeduid dat een organische samenhang heeft (zoals bijvoorbeeld een dier, of een organisme: die bestaan uit vele verschil- lende ‘onderdelen’ die alleen in een bepaalde samenhang dít geheel vormen), en niet een geheel dat wordt verkregen door willekeurig op te tellen of samen te voegen (zoals de stapel stenen op een pallet, of het zand in een zandbak). Voor dat laatste heeft het Grieks een ander woord: pa ~j . 26 Wij kunnen de term ‘katho- liek’ het beste uitleggen door te zeggen dat deze uitgebreidheid en samenhang in één woord aanduidt. Wanneer wij het hebben over de katholieke kerk hebben wij het over de wereldwijde kerk, niet over een plaatselijke parochie of gemeente. Dat is de uitgebreidheid. Maar die wereldwijde kerk is niet slechts de optelsom van plaatselijke parochies en gemeentes. In de term ‘katholiek’ is altijd ook dat- gene meebedacht wat al deze plaatselijke kerken samenbindt en -houdt. Over wat dat samenbindende element is, verschillen de meningen. Het gezamenlijk houden van Gods geboden, het gezamenlijk leven vanuit Gods sacramenten, het leven vanuit de ene waarheid, de onderlinge gemeenschap tussen de plaatselijke kerken, de organisatiestructuur rond een bisschop of rond de Paus worden alle genoemd in dit verband. Als wij het eerste Pinksteren mogen zien als hét moment van de geboorte van de kerk, dan is de kerk vanaf haar eerste moment katholiek in de zojuist genoemde zin van het woord. Enerzijds horen alle aanwezigen – en dat zijn mensen uit de hele toenmalige bewoonde wereld – de apostelen spreken in hun eigen taal (Hand. 2:6–11). Daarmee is, voorafgaand aan elke missie-activiteit van de apostelen, de principiële wereldomvattendheid van de kerk gegeven. En die uni- versaliteit wordt hier niet als een menselijk streven, maar als een betekenisvol geschenk van God neergezet. Anderzijds wordt er nog iets bij gezegd, iets dat op het eerste gezicht in het niet valt bij het wonder dat ieder de apostelen in de 25 Hoewel katholiciteit al in de tweede eeuw als kenmerk van de kerk wordt genoemd, vindt men katholiciteit pas vanaf de vierde eeuw in (voorlopers van) de apostolische geloofsbelijdenis. Zie bijv. J.N.D. Kelly, ‘Apostolisches Glaubensbekenntnis,’ LThK 2 1, 700–702, 702; Early Christian Creeds , 385–386.. 26 Knut Wenzel, ‘Katholisch,’ in: LThK 3 Bd.5, 1345–1346.
RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=