Belijdenis en katholiciteit
24 Belijdenis en katholiciteit Opmerkelijk is in dit verband dat ook binnen het protestantisme de lezing van ‘katholiek’ als eigennaam geenszins onbekend is. Dit is één van de redenen geweest om in een aantal protestantse vertalingen het woord ‘katholiek’ te vermijden, zoals Luther dat deed met zijn ‘eine heilige christliche Kirche’ en de Heidelbergse Catechismus eveneens, die Credo sanctam Ecclesiam catholi- cam vertaalde met ‘Ik geloof een heilige, algemeene, Christelijke Kerk.’ 39 Deze vertaling heeft vervolgens veel invloed gehad op latere protestantse edities van het Apostolicum , die eveneens de term ‘katholiek’ meden. 40 Juist het feit dat de term ‘katholiek’ op deze wijze ontbrak in de tekst van het Apostolicum zoals dat in protestantse kerken werd gebeden, heeft er vervolgens toe geleid dat ‘katho- liek’ in protestantse kring steeds minder als descriptieve term, steeds meer als eigennaam is gaan fungeren. 41 G.C. van Niftrik verwoordde het ooit als volgt: ‘Protestanten hebben altijd enige moeite met de gedachte, dat de werkelijke kerk de katholieke Kerk zou zijn. Het gaat hier om een historisch zwaar belast begrip. Men denkt daarbij onwillekeurig aan de Róóms-Katholieke Kerk.’ 42 Hoewel derhalve de gedachte dat de term ‘katholiek’ veelal als eigennaam fun- geert, geenszins wezensvreemd is aan het protestantisme, gaan Kronenburg en Plaisier hieraan voorbij, beoordelen de aanvraag van de Pauselijke raad alsof hierin ‘katholiek’ als louter descriptieve term wordt gehanteerd, en schuiven op 39 Zie J.N. Bakhuizen van den Brink, De Nederlandsche belijdenisgeschriften: Vergelijkende teksten (Am- sterdam: Uitgeversmaatschappij Holland, 1940), 158–159. Merk de invoeging van credo voor sanctam Ecclesiam catholicam op. Bakhuizen van den Brink heeft er op gewezen dat de vertaling van ‘katholieke’ met ‘christelijke’ middeleeuwse wortels heeft: Zie J.N. Bakhuizen van den Brink, ‘Credo sanctam ecclesiam catholicam,’ Nederlands Archief voor Kerkgeschiedenis 42 (1958), 149–226. Vgl. ook Hans Kro- nenburg, ‘Protestantse identiteit en katholieke horizon: Over het katholiek gehalte van de Protestantse Kerk in Nederland,’ in: Kronenburg & De Reuver (red.), Wij zijn ook katholiek , 13–38, i.h.b. 20–21. De door Kronenburg gesignaleerde spanning in de Notitie over de naamgeving van de PKN verdwijnt op het moment dat men beseft dat in deze notitie ‘katholiek’ soms als descriptieve term, soms als eigennaam fungeert. 40 J.N. Bakhuizen van den Brink, De belijdenisgeschriften van de Nederlandse Hervormde Kerk (’s Graven- hage: Boekencentrum: 2 de , herziene uitgave 1966), 3 heeft al ‘heilige katholieke kerk.’ Maar vergelijk bijvoorbeeld de vertaling van het Apostolicum van de Wisconsin Evangelical Lutheran Synod: ‘I believe in the Holy Spirit, the holy Christian Church’ ( http://www.wels.net/what-we-believe/statements-beliefs/ apostles-creed , bezocht 5 maart 2013). 41 In het Duits is dit overigens sterker het geval dan in het Nederlands: daar staat ‘katholisch’ tegen- over ‘evangelisch.’ 42 G.C. van Niftrik, De belijdenis aller eeuwen: Korte verklaring van de Apostolische Geloofsbelijdenis (Franeker: Wever, 1949), 181. Vgl. Henk van den Belt, ‘De katholiciteit van de kerk als kwaliteit van het christendom: De visies van Herman Bavinck en Hendrikus Berkhof,’ Theologia Reformata 54/3 (2011), 434–447 op internet toegankelijk via www.digibron.nl , i.h.b. de hoofdtekst tussen nootnummers 2 en 3.
RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=