Belijdenis en katholiciteit
30 Belijdenis en katholiciteit Duidelijk is derhalve, dat de ambtelijke structuur van de Rooms-Katholieke Kerk zoals wij die in onze tijd aantreffen, niet zonder meer dezelfde is als de ambtelij- ke structuur van de vroege kerk. Er heeft een historische ontwikkeling plaatsge- vonden, waarvan wij Rooms-Katholieken geloven, dat deze niet buiten Gods lei- ding is omgegaan. Maar dit betekent dan wel, dat wanneer wij het Apostolicum lezen als teruggaand op de vroege kerk, in het Apostolicum de huidige vormge- ving van het episcopaat – een vormgeving die in de vroege kerk nog niet bestond – nog niet tot het beledene hoort. Kortom, het Apostolicum impliceert mijns inziens wel dat er een episcopale structuur moet zijn, niet dat die precies zo moet worden vormgegeven als de Rooms-Katholieke Kerk nu doet. Hiermee zeg ik niets anders dan dat de vroegkerkelijke geloofsbelijdenissen geïnterpreteerd moeten worden en dat er dus ruimte is voor gesprek. Ik ben mij er daarbij van bewust dat er geen consensus is over hoever die ruimte voor gesprek reikt. Veel protestanten zullen vinden dat dit gesprek niet alleen zal moeten gaan over de vormgeving van het episcopaat, maar over het episcopaat überhaupt, maar tege- lijkertijd wijst ook het Lima-rapport van de Wereldraad van Kerken in de richting van een episcopale kerkstructuur. 52 Er is nog een tweede betekenis van ‘katholiek’ die zich niet probleemloos laat overdragen van de tweede eeuw naar de eenentwintigste: ‘katholiek’ in de zin van ‘vasthoudend aan de orthodoxe leer.’ De vraag wat de ware (‘orthodoxe’) leer is, kunnen wij nu niet exact hetzelfde beantwoorden als de eerste christenen dat konden: er zijn allerhande ontwikkelingen geweest, die zijn vastgelegd in conciliedocumenten, geloofsbelijdenissen en andere documenten. In de vroege kerk zie je duidelijk, hoe de zeven oecumenische concilies de grenzen van de orthodoxie steeds helderder stellen. Na die tijd is dit proces echter niet gestopt. Probleem wordt dan, dat na het Grote Schisma (1054) en na de Reformatie (16 de eeuw) in toenemende mate verschillende kerken ontstaan, die verschil- lende opvattingen hebben over de ware leer. 53 Hier kunnen wij uiteraard niet 52 Zie het Lima rapport Baptism, Eucharist and Ministry. In Nederland pleit voor de invoering van het bisschopsambt in de PKN: J. Kronenburg, Episcopus oecumenicus: Bouwstenen voor een theologie van het bisschopsambt in een verenigde reformatorische kerk (Zoetermeer: Meinema, 2003); Vgl. Van Eijk, Teken van aanwezigheid , 340–354. Overigens zijn er ook protestantse kerken die het bisschopsambt al kennen, en zijn in de protestantse kerken die geen bisschoppen hebben vaak wel elementen van het bisschopsambt behouden. 53 Terecht merkt Van den Belt op, dat dit aspect van katholiciteit in de Reformatie meer nadruk krijgt: ‘De reformatoren […] maakten de kwaliteit doorslaggevend voor de katholiciteit. De opponenten zei- den: “Jullie zijn ketters, omdat jullie niet katholiek zijn.” Zij antwoordden: “Wij zijn katholiek, omdat wij geen ketters zijn.”’ Van den Belt, ‘Katholiciteit van de kerk,’ hoofdtekst tussen nootnummers 16 en 17.
RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=