Belijdenis en katholiciteit
Belijdenis en katholiciteit 31 eens een poging wagen, op alle verschilpunten in te gaan. Duidelijk is, dat het Apostolicum van christenen vraagt, te geloven dat er een ware leer is, te ontdek- ken wat die leer is en deze, na ontdekking, vervolgens ook hoog te houden. Een het-maakt-allemaal-niet-uit mentaliteit is niet in de geest van het Apostolicum. Als ik nu opnieuw mag recapituleren, hebben wij nu geconstateerd dat ‘katho- liek’ wordt gebruikt als eigennaam en als descriptieve term. Wanneer we ‘katholiek’ als descriptieve term opvatten, zijn er aspecten van de betekenis van deze term die protestant en Rooms-Katholiek eendrachtig kunnen onderschrij- ven. Andere aspecten kunnen zij weliswaar samen onderschrijven, maar in de nadere interpretatie van deze aspecten gaan de wegen uit elkaar. Wanneer men het erover eens is dat orthodoxie behoort tot katholiciteit, betekent dat nog niet dat men het eens is over wat orthodox is; en zelfs wanneer men het erover eens is dat een episcopale kerkstructuur bij katholiciteit hoort, zal men het over de vormgeving van dat episcopaat niet bij voorbaat eens zijn. Hier is dus geen vol- ledige overeenstemming mogelijk, maar wel vergaande overeenstemming. Ik zie eigenlijk niet in, waarom het in principe onmogelijk zou zijn, dat protestanten en Rooms-Katholieken op deze punten erkennen dat zij inzien, dat ook de ander op deze punten serieus werk maakt van katholiciteit. Waarom zijn er dan toch altijd weer problemen met katholiciteit? Waarom heb- ben protestanten steeds weer het gevoel dat zij door de Rooms-Katholieke Kerk niet worden erkend in hun katholiciteit? Dat heeft, denk ik, te maken met twee nauw verwante punten aangaande de Rooms-Katholieke interpretatie van katho- liciteit. Het eerste is dat voor de Rooms-Katholieke Kerk katholiciteit eerst en vooral is verbonden met universaliteit of wereldomvattendheid. En het tweede is dat de Rooms-Katholieke Kerk vasthoudt aan de vroegchristelijke gedachte dat de katholieke kerk van de geloofsbelijdenis geen abstracte grootheid is, maar een concreet aanwijsbare kerk. En als je hieraan vasthoudt, dan ligt het toch wel heel erg voor de hand om in dit verband aan de Rooms-Katholieke Kerk te denken. Ik wil in dit verband een onverdachte bron aan het woord laten, de Lutheraanse oecumenicus Robert Jenson. Deze zei in een interview: Q. What do you make of the recent conversions to the Roman Catholic Church of some prominent Protestant theologians, such as Reinhard Hütter, Bruce Marshall, Rusty Reno and Gerald Schlabach -- theologians you yourself have been in conversation with?
RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=