De katholiciteit van de kerk

13 incarnatie. Daarbij valt te bedenken dat de incarnatie ook het werk van de Geest is. De kerk is echter niet de simpele voortzetting van de incarnatie zoals die in de persoon van Jezus van Nazareth gestalte nam. Het is Jezus Christus die nu door en in de Heilige Geest aanwezig is in de kerk die tegelijk zijn lichaam in de wereld en Tempel van de Heilige Geest is 6 . Het is uiteindelijk Christus die de kerk normeert en relativeert. Een en ander betekent ook dat er grenzen zijn aan de kerkelijke communio. Een realiteit die bepaald wordt door andere dan evangelische motieven, kun je onmogelijk nog ‘kerk’ noemen. Daar ligt een theologische grens. Het behoort tot de opdracht van de gelovigen om zich met elkaar te bezinnen op wat evangelisch leven in een bepaalde tijd moet betekenen en om vervolgens aan te wijzen waar dit leven gestalte krijgt en waar dat duidelijk niet het geval is. Daar liggen theologische en ethische grenzen. De kerk is een hermeneutische, en daarmee historische gemeenschap die in de Geest het initiatief van God ontvangt en legitiem interpreteert, waarbij het eerlijk commitment van allen aan de ‘missio Dei’ als een garantie wordt gezien voor de ruimte die de Geest van God geboden wordt. Dit commitment is de uitdrukking van de bereidheid om het initiatief van de werkelijkheid bij God te leggen en niet bij onszelf. 6 Walter Kardinal Kasper, Wege der Einheit. Perspektive für die Ökumene, Freiburg-Basel-Wien, 2004, 244-246.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=