Toen de Allerhoogste neerdaalde in Babylon
verwarde Hij de talen en verstrooide Hij de volkeren.
Toen Hij echter de tongen van vuur verdeelde
riep Hij allen tot eenheid.
Laat ons daarom één van stem de heilige Geest verheerlijken.

(uit de orthodoxe liturgie van Pinksteren)

 

 De afgebeelde ikoon is geschilderd door Simeon, de zoon van Teofanes van Kreta, toen hij samen met zijn vader en zijn broer de ikonostase voltooide van het Stavronikita klooster op de berg Athos (1546). Het is de ikoon van de nederdaling van de heilige Geest over de apostelen.
(Hand. 2:1-3). Er zijn twaalf apostelen afgebeeld, ieder met behoud van zijn eigen individualiteit en tegenstellingen misschien, en toch een gemeenschap. In hun hand de blijde boodschap: voor de evangelisten zijn dat de boeken van het evangelie, voor Paulus zijn verzamelde brieven, voor anderen de profetische rollen van de verkondiging. De twaalf afgebeelde apostelen zijn niet precies de ‘echte’ die Jezus had uitgekozen (Mk 3:16-19). Ook de evangelisten zitten erbij, Markus en Lukas, en ook Paulus. Drie anderen vallen dus uit. Dat hindert niet. De bank waarop ze zitten loopt door. Ook voor ons is er plaats, op diezelfde bank. Ook de wereld is aanwezig: in de ruimte onder de halfronde bank waarop de apostelen zitten zien we een koninklijke figuur. Hij staat. Naast hem staat geschreven ‘kosmos’ (wereld): de hele wereld deelt in het heil. Daarom draagt hij in zijn armen een witte linnen doek met daarop twaalf schriftrollen: het evangelie zal door de apostelen worden doorgegeven aan alle mensen van alle tijden en alle plaatsen. Pinksteren is het feest van de katholiciteit!