GvanDartelVoordat ik u in het kort deelgenoot maak van wat deze tekst in mij oproept, wil ik u twee vragen voorleggen.

  1. Wie van u heeft dit document The Church – towards a common vision (vastgesteld in2012) al gelezen of misschien zelfs grondig bestudeerd? (antwoorden door handopsteken)
  2. Wie van u is dankbaar voor en misschien zelfs enthousiast over deze vrucht van oecumenische dialoog in Faith and Order? (antwoorden door handopsteken)

Mijn reactie bevat drie punten. Allereerst zal ik kort proberen te verhelderen waarom ik zelf enthousiast ben over deze tekst. Vervolgens wil ik u mijn zorg voorleggen ten aanzien van de
receptie van dit document in onze context en ten derde wil ik vanuit het perspectief van de Katholieke Kerk ingaan op de opvatting van eenheid in deze tekst. (Even terzijde: De naam ‘Katholieke Kerk‘ gebruik ik hier als eigennaam en dus niet als descriptief predicaat. Voor de uitleg wijs ik u graag op de oratie van prof. Marcel Sarot bij de aanvaarding van zijn ambt als hoogleraar Fundamentele Theologie aan de Universiteit van Tilburg).

Enthousiasme

In de voorbije weken heb ik met mijn studenten bij Fontys een begin gemaakt met de behandeling The Church. Ik bewonder hen er om dat zij zich door deze tekst hebben heen geworsteld. Het is geen gemakkelijke tekst die je zo even leest. Je moet er echt op studeren en dan nog is het een moeilijk te kraken noot. Mijn studenten zijn positief en welwillend, maar toch lukt het me nog niet echt om het enthousiasme dat ik zelf bij de bestudering van deze tekst ervaar aan hen over te dragen.

Laat mij proberen in enkele punten aan u duidelijk te maken waarom ik enthousiast ben over The Church.

Zorg

Ruim een half jaar geleden vond in Amersfoort bij de Raad van Kerken een eerste presentatie plaats van The Church. Toegegeven, ik was toen zelf kritischer dan ik nu ben, maar toch gefrappeerd dat deze tekst op die bijeenkomst door verschillende sprekers werd af geserveerd als te moeilijk of qua taal en stijl uit de tijd. Prof. Koffeman heeft er op gewezen dat het een theologische tekst is die niet geschikt is voor bespreking in gemeente of parochie. Dat is waar, maar dat neemt niet weg dat er een taak ligt om een vertaalslag te maken naar onze kerken en geloofsgemeenschappen. Daar ligt een zorg die ik in enkele punten met u wil delen.

Eenheid

De Katholieke Kerk is vanaf 1968 volwaardig lid van Faith and Order en een van drijvende krachten achter de oecumenische dialogen die wereldwijd bilateraal en multilateraal worden gevoerd. Een kenmerk van de katholieke inzet voor oecumene is het verlangen naar het herstel van eenheid in de ene Kerk. Dit is als zodanig een identiteitskenmerk van de Katholieke Kerk. Maar zoals Jos Vercruysse sj schreef, de geschiedenis van de Kerk wordt niet gekenmerkt door eenheid, maar door voortschrijdende verdeeldheid. In verschillende periodes van de kerkgeschiedenis heeft de Katholieke Kerk o.a. door concilies (Lyon, Florence, Trente) geprobeerd de eenheid te herstellen. In de oecumenische beweging gaat het de Katholieke Kerk ook om het herstel van de eenheid vanuit de fundamentele overtuiging dat de eenheid van de Kerk de opdracht is van de Heer.

Daarom proberen we verdeeldheid en tegenstellingen tussen de kerken te boven te komen. Deze convergentietekst heeft daarvoor weer een stuk weg gebaand. Het is met meer dan 300 kerken niet gemakkelijk om op deze weg naar eenheid verder te komen. Wie mag daar de regie in voeren? Hoe wordt er voor gezorgd dat iedereen aan bod komt en er geen machtsgreep plaatsvindt?

Faith and Order kan de eenheid van de Kerk niet afdwingen of organiseren. De commissie kan in een proces van dialoog de contouren in kaart brengen en de vragen die overblijven opnieuw voorleggen aan de kerken zelf. In deze tekst is dat zoals gezegd op een magnifieke wijze gedaan.

In deze tekst wordt eenheid, die gegrondvest is in geloof, sacramenten, apostolisch ambt en conciliaire vormen van besluitvorming, verstaan als gemeenschap in eenheid en verscheidenheid en als gemeenschap van lokale kerken (waarbij het woord lokaal overigens polyinterpretabel is).

Het concept van de legitieme verscheidenheid biedt als kenmerk van katholiciteit mogelijkheden op de weg naar het herstel van kerkgemeenschap {we hoeven het niet over alles eens te zijn), maar roept tevens de vraag op wie en op basis van welke gronden en criteria zal bepalen wat wel en niet legitiem is. Komt daar niet impliciet de vraag naar het universeel ambt in dienst van de eenheid om de hoek kijken? Of behoort dat tot de bevoegdheid van synodes en concilies?

Het model gemeenschap van lokale kerken is een wenkend perspectief in verschillende bilaterale dialogen die de Katholieke Kerk voert. Ik denk met name aan de dialoog met de Orthodoxe Kerk en de Oud-katholieke Kerken. In hoeverre dat model ook op de banden met reformatorische en evangelische kerken en gemeenschappen van toepassing zou kunnen zijn die wat kerkorde betreft verder afstaan van de Katholieke Kerk is een belangrijke vraag die de tekst ons stelt.

Afsluiting

Ik kom aan het slot van mijn bijdrage. The Church is een belangrijke tekst die onze aandacht ten volle verdient. Sommigen hadden misschien het geloof al opgegeven dat het nog ooit tot een vervolg op het destijds zo goed ontvangen Lima-rapport zou komen. Ik twijfel er niet aan dat er vanuit de Pauselijke Raad voor de Eenheid in Rome een uitvoerige, inhoudelijke reactie op The Church zal komen. Op de voorgaande versie over Wezen en Zending van de Kerk kwam een achttien pagina’s tellend positief-kritisch en zeer gedetailleerde reactie. 
Onze uitdaging ligt hier dichter bij huis en is om de kerken in Nederland op de hoogte te stellen van de voortgang die de dialoog over de Kerk heeft geboekt met het doel de band van gemeenschap te versterken en de nog openstaande vragen bespreekbaar te maken.

Ik dank u voor uw aandacht.

Utrecht, 5 oktober 2013

Geert van Dartel
Vraag voor het gesprek:
Wat betekent The Church op onze weg naar de eenheid van de Kerk?
Zijn de termen ‘gemeenschap in legitieme verscheidenheid’ en ‘gemeenschap van lokale kerken’ een stap vooruit voor alle bij een oec. beweging betrokken gemeenten?