Mystagogische catechese is een vorm van dooponderricht, die ontstond in de vroege kerk in de loop van de 4e eeuw. Over het algemeen werd deze catechese gegeven in de week na Pasen, na de doop van de catechumenen in de paasnacht. Overigens gebeurde het soms ook vlak voor de doop. De catechese werd gegeven door de bisschop en was ook toegankelijk voor belangstellende gedoopte gelovigen. We kennen, naast die van Cyrillus, nog teksten van deze catechesen van Ambrosius, Theodorus van Mopsuestia en Johannes Chrysostomos.

Het bijzondere van de mystagogische catechesen van Cyrillus is dat ze in Jeruzalem gehouden zijn. Jeruzalem ontwikkelde zich steeds meer tot een pelgrimsoord.

De overgang voor de christenen van gedoogde en deels vervolgde religie naar een bevoorrechte godsdienst tijdens het bewind van Constantijn veranderde de positie van Jeruzalem. De stad was onder Hadrianus verwoest en had weinig betekenis. Constantijns bekering maakte het christendom opeens tot een bevoorrechte religie. Dat had grote gevolgen voor de spiritualiteit en voor de liturgie.

Na de overgang van keizer Constantijn tot het christendom werd het heilige land en de heilige stad steeds meer de plaats waar Jezus geleefd had, was gestorven en opgestaan uit de doden. Helena de moeder van Constantijn maakt een grootse pelgrimstocht naar het heilige land, waarbij ze volgens de overlevering zelfs het kruis van Jezus heeft gevonden. Constantijn zelf gaf de aanzet tot een enorm bouwprogramma in het heilige land en in Jeruzalem. De heilige grafkerk was een van zijn projecten. De mystagogische catechesen zijn daar gehouden en wel in de Anastasis, de ruimte naast het baptisterium, achter de hof en de eigenlijke kerk. Van het pelgrimsverslag van Egeria weten we dat de bisschop sprak in het Grieks en dat er vertalers aanwezig waren (vgl. Itinerarium Egeriae 47). Ze vermeldt ook dat de aanwezigen luid hun instemming betuigden, zodat het buiten de kerk hoorbaar was.

Toegeschreven aan Cyrillus hebben we een vijftal catechesen.
Een enkel woord over het auteurschap. De meeste geleerden zijn van mening dat de tekst zoals we die nu hebben niet van Cyrillus is, maar van zijn opvolger Johannes van Jeruzalem. De handschriften geven meestal Johannes als auteur aan en er zijn bijkomende argumenten om hem als auteur te zien. Ik laat dat verder rusten, maar spreek met de traditie van de doopcatechesen van Cyrillus in de wetenschap dat de argumenten voor het auteurschap van Johannes sterk zijn. Van de vijf catechesen gaan de eerste drie over de doop, de laatste twee over de eucharistie.

Nog een enkel woord over het genre. In de mystagogie gaat het om onderricht, maar naast het bijbrengen van begrip is het vooral de bedoeling om de dopeling te laten ervaren wat er rond doop en eucharistie heeft plaatsgevonden. Cyrillus zegt het als volgt: “Laten wij dan jullie in die dingen nauwkeurig onderrichten, opdat jullie de betekenis kennen (inzien) van de doop, die op die avond aan jullie voltrokken is. De catechesen zijn dus meer een inwijding dan een rationele uiteenzetting. De pasgedoopten worden meegenomen in een uitleg van het sacrament en de rituelen daar omheen. Mystagogie is tegenwoordig populair, als pastores zijn we mystagogen. Reden genoeg ons te verdiepen in de bronnen.