Op 4 oktober is de feestdag van de H.Franciscus.
Deze dag valt dit jaar op een zondag.
Of je die feestdag nu viert of niet, iedere gemeente of parochie kan in de voorbeden aandacht geven aan de schepping in haar geheel, mens en dier.
Of een vrije bewerking van het 'Zonnelied" van Franciscus, door de dichter Maarten Das, zingen (NLB 742). Franciscus zelf had dit gedicht gemaakt naar het lied van de drie jonge mannen in de vuuroven (NLB 154, bij Daniël 3,52-90). Maarten heeft aan het zonnelied het thema verzoening en vrede toegevoegd (strofe 6). Dit is terecht.
29 juni: Hoogfeest van Petrus en Paulus
‘Vandaag vieren we het feest van de heilige Apostelen Petrus en Paulus door God te loven om hun prediking en hun getuigenis. Op het geloof van deze twee Apostelen is de Kerk van Rome gebouwd die hen altijd als patroon vereert. Hoe dan ook, het is de hele universele Kerk, die met bewondering naar hen kijkt en hen beschouwt als twee zuilen en twee grote lichten die schitteren, niet alleen aan de hemel van Rome, maar ook in het hart van de gelovigen van Oost en West’. Zo begint paus Franciscus op 29 juni 2016 zijn preek op het Hoogfeest van de heilige Apostelen en Petrus en Paulus.
Daarmee is in een paar woorden gezegd waar het op dit feest om gaat. Waarbij ik zou willen benadrukken dat het niet alleen de kerk van Rome is, die deze apostelen herdenkt, maar inderdaad - zoals de paus zei - ‘de universele kerk’, in haar diverse gestalten. Ook de Orthodoxen vieren het feest evenals de Anglicanen, de Oud-Katholieken en de Lutheranen. Helaas ontbreekt in dit rijtje mijn kerk, de Protestantse Kerk in Nederland. Dat is jammer, want als er één feest is met oecumenische betekenis, dan is het wel het feest van Petrus en Paulus! Hun namen staan voor twee apostelen die heel verschillende wegen zijn gegaan, maar één Heer dienden.
Het verband tussen Jezus’ Hemelvaart en de nederdaling van de H. Geest op de Apostelen, die we met Pinksteren vieren, is duidelijk. Jezus moest naar eigen zeggen terug naar de Vader om de H. Geest te kunnen sturen.
Zelf heb ik vaak moeite met die uitspraak. Want wat had er nu fijner kunnen zijn dan dat Jezus hier bij ons op aarde was gebleven?! Maar misschien getuigt dit van kortzichtigheid, want zelfs van de Apostelen, die er toch het meest gebrand op zouden moeten zijn Jezus bij zich te houden, staat opgetekend dat zij na ’s Heren Hemelvaart met grote vreugde naar Jeruzalem terugkeerden.
De Zoon en de Geest zijn innig met elkaar verbonden: de komst van Jezus Christus in de wereld, als kind geboren uit de Maagd Maria, danken we aan de Geest, en de komst van de Geest in de wereld danken we aan Jezus Christus. Dat blijkt uit de Schrift. Die komst van de H. Geest in deze wereld is niet ongemerkt gebleven. Uit de Handelingen der Apostelen blijkt hoezeer die H. Geest de Apostelen heeft bezield en gesterkt, en de Vroege Kerk heeft doen groeien zodat zij zich over heel de wereld verspreidde.
Maar de vraag wat er nu nog van die werking van de H. Geest over is, valt moeilijk te onderdrukken. Het elan is er immers al een tijdje uit, dat mag je toch wel zeggen? Maar toch, de Kerk is er nog steeds, en dat ondanks alle tekortkomingen en fouten, die wij, christenen, generatie na generatie maken, en waar we helaas nog steeds mee doorgaan. Laten we de H. Geest blijven vragen ons te leiden en te bezielen in ons leven van alledag, zodat wij Gods beeld en gelijkenis, waarnaar wij zijn geschapen, in elkaar blijven zien en wij ons samen Kerk van Christus blijven voelen.
Theodoor van der Voort
(Afbeelding: Pinkstericoon, kring rondom Andrej Rubljov, Museum in het Kyrillo-Belozerskij klooster, Europees Rusland)
Het was mijn plan om dit jaar tijdens de lijdenstijd een preek te schrijven over Psalm 22. Toen kwam het corona-virus, ik werd verkouden en bleef maar thuis, kerkdiensten gingen niet door en ik heb de preek niet geschreven. Maar de Psalm bleef me bij deze weken.
Wie de Psalm met een historische blik leest, komt niet zo ver. Langs historisch-kritische weg blijft veel onzeker. Eerlijk gezegd kon ik me niet goed een situatie voorstellen waarin iemand deze Psalm zou schrijven. Wanneer zou iemand zich zo gevoeld hebben: ziek en ellendig, aangevallen en bespot door vijanden, en dan ook nog door God in de steek gelaten? En hoe passen in die ene Psalm de twee delen bij elkaar: de diepe ellende van het eerste deel en het hoopvolle tweede deel?
Het corona-virus bracht de Psalm voor mij wel dichterbij. Stel je voor dat je alleen op een intensive care ligt te sterven, niemand mag bij je komen, en de zorgverleners zijn overbelast omdat de intensive care overvol is. Of stel je voor dat je in een vluchtelingenkamp zit waar corona uitbreekt, terwijl de Europese leiders weigeren iets voor je te doen, en je wordt doodziek.
Wanneer deze Psalm in de kerk gelezen wordt in de lijdenstijd, komt de Psalm op een andere manier dichterbij. In de liturgie is de Psalm deel van de Schrift die haar centrum heeft in het vleesgeworden Woord van God, Jezus Christus. Wie kan deze Psalm in de lijdenstijd lezen, zonder er veel in te herkennen van het lijden van Jezus Christus? Het lijdensverhaal legt zelf expliciet de verbinding, want het was Jezus zelf die in een van zijn kruiswoorden deze Psalm tot de zijne maakte: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’ Het is een wonderlijke Psalm, waarin zoveel momenten uit het lijdensverhaal te herkennen zijn.
Deze Psalm markeert hoe vergaand Jezus’ identificatie met ons en met ons lijden gaat. Met ons hele bestaan heeft Jezus zich één gemaakt: lichamelijk lijden, uitputting en ziekte, maar ook aanvallen en spot, tot in de diepste Godverlatenheid. Ook het lijden van een corona-patiënt.
Maar daar blijft Psalm 22 niet bij staan. De schreeuw naar God wordt gehoord: ‘U geeft mij antwoord’ (vers 22). En dus klinkt de lof op God: Gods naam wordt overal bekend gemaakt. Tot aan de einden van de aarde richten mensen zich op de HEER, want zijn koninkrijk komt. Opnieuw: wonderlijk hoe deze Psalm bij Jezus waarheid wordt. Uit lijden en kruis ontstaat iets nieuws dat wereldwijde en onvoorstelbare impact heeft. ‘Ook zullen voor hem knielen wie in het graf zijn neergedaald, wie hun leven niet konden behouden.’
De Psalm, die we lezen in de liturgie in de lijdenstijd, geeft hoop in deze rare tijd van corona. De onsterfelijke God wordt sterfelijk mens om sterfelijke mensen onsterfelijk te maken. De weg van Jezus Christus verbindt het eerste en het tweede deel van de Psalm. Als de onsterfelijke God zich één maakt met slachtoffers van corona, kan Hij hen ook meenemen naar onsterfelijkheid.
Door het corona-virus ging Psalm 22 meer voor mij spreken. Niet alleen in de lijdenstijd. Maar ook als hoopvol venster op Pasen.
God geeft antwoord. Hij is een God van daden (vers 32).
Hans Burger
Het is een voorrecht om predikant te zijn van de oude Willibrordkerk in Vleuten, wier toren ongeveer 1000 jaar oud is. Deze toren herbergt sinds 2010 meer klokken dan de Dom van Utrecht. Eén van deze klokken is voor het zogeheten tijdluiden. De bekendste luiding is die van het Angelus.
Het Angelus (Angelus Domini - de Engel des Heren) is een katholiek gebed dat vanouds driemaal daags gebeden werd: om zes uur 's morgens, twaalf uur 's middags en zes uur ’s avonds. Een kleine klok, het angelusklokje kondigt het gebed aan. Hierbij worden drie slagen op de klok gegeven waarna de gelovigen het ‘Wees gegroet Maria' bidden. Dit wordt tweemaal herhaald. Ten slotte wordt de klok gedurende twee minuten geluid en kan een afsluitend gebed gebeden worden. Na de Reformatie verviel het angelus voor de protestanten, maar het tijdluiden om 12.00 uur bleef en soms ook om 18.00 uur. Een kerkelijke luiding werd seculier.
In Vleuten denken we na of de traditie van het Angelus-luiden niet hersteld zou kunnen worden. Zeker nu we jaarlijks samen met onze rooms-katholieke dorpsgenoten het feest van de Annunciatie willen vieren. Protestanten ontdekken weer de enorme rijkdom van dit aloude Christusfeest. We durven de naam van Maria weer liefdevol op onze lippen te nemen en in het Ave Maria ontdekken we grotendeels bijbelteksten uit het evangelie van Lukas. We hadden voor dit jaar mooie plannen, maar vanwege het corona-virus vallen deze in duigen, op het vieren van de liturgie voor de vespers na, die we via kerkomroep hopen uit te zenden.
Maar terwijl wij nog nadenken over het Angelus luiden attendeerde een collega mij op een initiatief van haar kerk om - nu veel vieringen zijn afgelast - het Angelusgebed te ‘lenen’ door midden op de dag de klokken te luiden en te bidden. Zo blijkt een oude traditie opeens veelzeggend voor ons heden. We kunnen het in Vleuten zo weer oppakken.
Een inspirerende viering van de Annunciatie en een corona-vrije opgang naar Pasen!
Idelette Otten
Afbeelding: eigen foto
Wie is Christus? Hij is de verschijning van God in deze wereld. Hij is het licht dat onze duisternis verlicht. Hij is het woord waarin God zich uitspreekt. Hij is het kind dat met Maria en Jozef moet vluchten naar Egypte om te overleven.
Op de vraag wie Christus is, kunnen vele goede antwoorden gegeven worden. In de Kerk kennen we dan ook een heel rijke traditie van bezinning op de persoon van Christus. In Hem zien we ten diepste wie God is en wie de mens. Hij gaat in tegen het egoïsme van mensen en stelt liefde en barmhartigheid centraal.
De oosters-orthodoxe kerken worden gefascineerd door de menswording van Christus en zijn verrijzenis. In de katholieke kerk heeft de menswording van Christus ook een centrale plaats, maar in de westerse kerken wordt ook nadruk gelegd op Jezus’ lijden vanaf zijn geboorte tot op het kruis. Er is een legitieme verscheidenheid in beelden van Christus, niet omdat willekeurig elk beeld van Christus goed zou zijn, maar omdat deze verscheidenheid recht doet aan de rijkdom van de persoon van Christus, die groter is dan wij bevatten kunnen.
Persoonlijk kunnen we het Christusmysterie op veel manieren beleven. Er is een contemplatieve omgang met Christus en een sociaal geëngageerde. Je kunt je relatie met Hem beleven via de sacramenten en via de werken van barmhartigheid. Je kunt het geloof in Christus ervaren als een bron van kracht en vertrouwen, zodat je het kunt volhouden in moeilijke omstandigheden, zoals in veel negro-spirituals tot uitdrukking komt.
Welk antwoord geef je zelf op de vraag wie Christus is? Door die vraag te stellen confronteer je je al denkend met zijn persoon. Jezus stelde zelf die vraag ook aan zijn leerlingen. Waarop leg jij het accent? Op Jezus’ aandacht voor mensen die aan de rand staan? Op de hartelijke vriendschappen die Hij onderhield? Op zijn liefde voor zijn hemelse Vader? Leg je het accent op de vergeving van zonden die Hij ons schenkt of op het nieuwe leven dat vanuit zijn Verrijzenis op ons toekomt?
Christenen leven van verwachting. Elke advent maakt ons daarvan opnieuw bewust. Met de eerste zondag van de advent begint een nieuw liturgisch jaar. De verwachting is het begin van al het andere dat komen gaat: kerstmis, Pasen en Pinksteren. Verwachting is de basis.
Nu wordt verwachten nogal eens verward met afwachten. De advent leert dat het daarbij om een misvatting gaat. Wie verwacht, die zal er namelijk alles aan doen om de voorwaarden te scheppen opdat de verwachting ook realiteit zou kunnen worden. In het Matteüsevangelie legt Jezus uit dat mensen in staat zijn aan de ontwikkeling van een vijgenboom af te lezen dat de zomer nabij is. En dan vervolgt hij: “Wanneer ge dit alles ziet, herkent dat het nabij is, ja voor de deur staat!” (Matteüs 24: 32) Het is dus kwestie van goed kijken en analyseren en studeren om de voorwaarden te scheppen opdat het Koninkrijk zich zou kunnen ontvouwen. Met andere woorden: in principe is het er al, maar er is ook van alles dat zijn ontvouwing in de weg zit. En vooral: misschien zitten we zelf die ontvouwing wel in de weg. Daarom begint christen-zijn met het jezelf kritisch onder de loep nemen want er moet een keuze gemaakt worden. Nog zo’n centraal thema van de advent.
Het Oecumenisch Forum voor Katholiciteit heeft de ambitie een studiegroep van theologen te zijn die de ontwikkelingen in de oecumene kritisch volgt en bestudeert. Want de oecumene moet verder komen dan een spiritualiteit van vriendelijkheid, hoe wezenlijk die óók is. Wie werkelijk de eenheid onder christenen nastreeft zal bereid moeten zijn verschillen zo serieus te nemen dat men ook ontdekt waar ze overbrugd kunnen worden. Dat is de reden waarom we, in alle bescheidenheid en binnen de grenzen van onze beperkte mogelijkheden, cruciale thema’s die kerken verdelen, aanpakken. Op zoek naar verbindingen. Via deze nieuwe site kan men alvast ons werk volgen. Af en toe treden we ook nog op andere wijze naar buiten met onze bevindingen. Dan organiseren we een studiedag bv. Overigens wie zin heeft om mee te komen denken en studeren, kan zich melden. De groep beslist uiteindelijk over deelname.
Het Oecumenisch Forum voor Katholiciteit leeft uit de verwachting dat eenheid onder christenen mogelijk is. Het wil bijdragen aan de voorwaarden opdat die eenheid zich ook zou kunnen ontvouwen. Wanneer je ziet hoe groot het verlangen naar eenheid eigenlijk is, dan wéét je ook dat die nabij is, ja voor de deur staat. Het zou zonde zijn daarin niet te investeren!
Joris Vercammen, voorzitter.
Oecumenisch Forum voor Katholiciteit
p/a Oud-Katholieke Kerk van Nederland
Koningin Wilhelminalaan 3
3818 HN Amersfoort
info@forumkatholiciteit.nl of
via het contactformulier