Uit de kerstgroet van het Oecumenisch Forum voor Katholiciteit
In de Amerikaanse krant The Post stond op 1 juni jl. een artikel met de kop ‘Why Dietrich Bonhoeffer is essential lockdown reading’. Zonder te suggereren dat de situatie van Bonhoeffer in zijn cel ook maar een moment te vergelijken zou zijn met de lockdown waarin wij dit jaar het kerstfeest moeten vieren, kunnen we wellicht toch het een en ander van Bonhoeffer leren, als het gaat om de vraag hoe wij in 2020 kerstfeest zullen vieren, zonder uitgebreid familiebezoek of misschien zelfs wel helemaal alleen.
Op 17 december 1943 schrijft Bonhoeffer aan zijn ouders: "Het zal wel overal een zeer stille kerst worden, waar de kinderen later nog lang aan zullen terugdenken. Maar misschien zullen velen juist nu voor het eerst ontdekken wat kerst eigenlijk is." Een week later, op kerstavond, schrijft hij aan zijn vriend Eberhard Bethge en diens vrouw Renate: "Tijden van scheiding zijn voor het samenleven niet verloren of onvruchtbaar, dat hoeft tenminste helemaal niet. Juist in zo’n tijd kan er - ondanks alle moeilijkheden – een heel bijzondere, sterke gemeenschap groeien." Zou dat ook in de kersttijd van 2020 kunnen gebeuren?
In de aanloop naar het kerstfeest denkt Bonhoeffer vooral ook veel aan zijn verloofde, Maria von Wedemayer, die bij zijn ouders logeert. In zijn brief aan Maria, gedateerd 19 december 1943, schrijft hij dat hij hen in deze dagen, nu ze van elkaar gescheiden zijn, erg mist, maar ook dat hij zich, juist nu hij alleen in zijn cel zit, meer dan ooit met hen verbonden voelt: "Het zullen stille dagen zijn in onze families. Maar ik heb telkens weer ervaren dat hoe stiller het om mij heen, hoe meer contact ik met jullie bespeurde. Het lijkt wel alsof de ziel in de eenzaamheid organen vormt die we onder normale omstandigheden nauwelijks kennen. Zo heb ik me geen moment alleen en verlaten gevoeld. Jij, mijn ouders, jullie allemaal zijn steeds bij mij. Jullie gebeden en goede gedachten, bijbelwoorden, lang geleden gevoerde gesprekken, muziekstukken, boeken, verkrijgen leven en werkelijkheid als nooit tevoren." En even verderop: "Je mag dus niet denken dat ik ongelukkig zou zijn. Wat is eigenlijk gelukkig of ongelukkig? Het hangt immers zo weinig af van de omstandigheden, eigenlijk alleen van wat er in iemand omgaat."
Aan het slot van zijn brief duikt dan voor het eerst het later zo beroemd geworden gedicht op, dat in vele talen vertaald is en een echt ‘katholiek’ kerstlied geworden is – een lied dat dus eigenlijk een kerstgroet is: Door goede machten trouw en stil omgeven. Bonhoeffer besluit zijn brief ermee: "We wachten nu al bijna twee jaar op elkaar, liefste Maria. Word maar niet moedeloos! Ik ben blij dat je bij mijn ouders bent. Groet je moeder en het hele gezin van mij. Hier volgen nog een paar verzen die me de afgelopen avond invielen. Ze vormen in grote liefde de kerstgroet voor jou, onze ouders, broers en zusters:
Door goede machten trouw en stil omgeven,
behoed, getroost, zo wonderlijk en klaar,
zo wil ik graag met u, mijn liefsten, leven
en met u ingaan in het nieuwe jaar.
Laat warm en stil de kaarsen branden heden,
die Gij hier in het duister hebt gebracht,
breng als het kan ons samen, geef ons vrede.
Wij weten het, uw licht schijnt in de nacht.
Valt om ons heen het diepe zwijgen,
de eenzaamheid, die nergens uitkomst ziet,
laat ons dan allerwege horen stijgen
tot lof van U het wereldwijde lied.
Door goede machten liefderijk geborgen,
verwachten wij getroost wat komen mag.
God is met ons des avonds en des morgens,
is zeker met ons elke nieuwe dag.