alles voor allen

Op eerste Paasdag is Huub Oosterhuis overleden. Hij werd 89 jaar. Wij zijn hem dankbaar voor de vele prachtige liedteksten, gedichten, verhalen en boeken. Voor de inspiratie die hij velen daarmee gaf, zowel rooms-katholieken als protestanten, in Nederland en daarbuiten. we zullen hem missen, maar hij zal voortleven als we zijn liederen zingen, als we lezen uit de 150 psalmen vrij of naar CD's luisteren met al die prachtige composities die bij zijn liederen gemaakt zijn. Zeggen wat niet te zeggen is. Doen wat ondenkbaar is.

Dat hij moge leven in het licht.

Als eerbetoon aan Huub Oosterhuis volgt hier de recensie die Hans Kronenburg in 2017 schreef voor het Friesch Dagblad naar aanleiding van de verschijning van het boek: ‘Alles voor allen’, een nieuwe catechismus.  Daarin wordt de balans opgemaakt van het levenswerk van een auteur die de weg terug is gegaan, van de rooms-katholieke geloofsleer naar de ‘katholiciteit’ van de Joodse Bijbel, met name die van Mozes en de Profeten. Reden genoeg om als Oecumenisch Forum voor Katholiciteit zijn erfenis te koesteren. 

 De nieuwe Oosterhuis: een bijbels-katholiek leerboek

Tussen 1966, het jaar waarin Oosterhuis’ gebedenboek Bid om vrede verscheen en de verschijning van zijn (voorlopig) laatste boek Alles voor allen in 2016 ligt vijftig jaar. In 1966 was ik predikant van Rinsumageest en ik herinner me nog goed dat ik Bid om vrede  ten geschenke kreeg van mijn vriend en collega Durk Rijpma, de toenmalige predikant van Paesens en Moddergat.  De gebeden, voor een groot deel gëent op het  oude Romeinse Missaal,  waren klassiek van vorm, maar eigentijds van inhoud.  Je wist dat ze  geschreven waren door een rooms-katholiek en dat ze bedoeld waren voor rooms-katholieke priesters, maar ze waren ook voor protestanten goed mee te bidden – op enkele typisch ‘roomse’  teksten na.

Oosterhuis’ meest recente bundel Alles voor allen ademt een geheel andere geest. Het is geen gebedenboek, maar een catechismus. Een nieuwe catechismus zelfs, zoals de ondertitel suggereert – met een knipoog naar de progressieve (en door Rome verboden) Nieuwe Katechismus uit 1966.

 

Waarin zit het nieuwe van Alles voor allen? Als ik het op mijn manier mag zeggen: het nieuwe zit daarin dat de auteur het rooms-katholicisme achter zich heeft gelaten en een voluit bijbels-katholiek boek heeft geschreven. De fraaie titel Alles voor allen geeft dat ook aan: het is de letterlijke vertaling van ‘katholiek’.  

Je kunt het ook anders zeggen: in deze catechismus wordt de balans opgemaakt van het levenswerk van een auteur die de weg terug is gegaan, van de rooms-katholieke geloofsleer naar de ‘katholiciteit’  van de Joodse  Bijbel, met name die van Mozes en de Profeten.

Kees Kok, de samensteller, typeert het boek in zijn voorwoord  als ‘een andere catechismus’, waarin geprobeerd wordt “zonder aanspraak op systematische volledigheid, aan de hand van het ‘Grote Verhaal’ van de Joodse en van de ‘messiaanse’ (oerchristelijke) traditie, antwoorden te vinden op de eeuwige vragen van vandaag. Voorbij aan het onderscheid katholiek-protestant. Voor alle mensen van goede wil.” 

Niet toevallig werd Alles voor allen dan ook gepresenteerd tijdens een bijeenkomst in Eindhoven, waar aandacht besteed werd aan ‘het nieuwe en positieve dat de afgelopen decennia binnen en aan de randen van de rooms-katholieke kerk is gegroeid  – vaak tegen de klippen op’.

De opbouw van deze catechismus oogt op het eerste gezicht klassiek, keurig trinitarisch geordend:  deel 1 gaat over God, deel 2 over Jezus van Nazaret en deel 3 over Geestelijk leven. Maar vergis u niet: de lezer wordt niet getrakteerd op  een ingewikkeld dogmatisch betoog, maar op glashelder geschreven bijbelse theologie pur sang.

God is voor Oosterhuis niet de  tijdloze Albestuurder, maar JHVH, de Bevrijder-God van Israël, die afdaalt om zijn verdrukte volk uit te leiden uit Angstland. En Jezus is niet de Godmens van de geloofsbelijdenis van Nicea, maar de zoon van de Thora, de Dienstknecht van JHVH, die als een Lam ter slachting wordt geleid en vraagt om onze navolging. En de kerk is geen religieus genootschap dat mensen toerust voor de hemel, maar bestaat uit mensen die in Jezus het begin van een nieuwe wereld hebben geschouwd en zich inzetten voor vrede en gerechtigheid. Ja, de toon is vaak maatschappij-kritisch en roept associaties op met de jaren zestig van de vorige eeuw, maar daarom nog niet achterhaald. Integendeel, veel van wat Oosterhuis schrijft is actueler dan ooit. Er loopt trouwens ook een mystieke ader door dit boek. We komen de namen tegen van Johannes van het Kruis, meester Eckhart en Augustinus. Mystiek en politiek – ze gaan voor Oosterhuis hand in hand.

En de liturgie? En de sacramenten van doop en avondmaal/eucharistie?

Het komt allemaal ter sprake, maar anders dan in de oude catechismus. In een fraaie paragraaf, getiteld ‘De troost van de liturgie’  onderstreept Oosterhuis het belang van heroriëntatie op de oorspronkelijke achtergronden en wortels van de christelijke beweging. Daarom is een gemeente zonder liturgie en leerhuis ondenkbaar. ‘Waar liturgie ontbreekt valt een gemeente uit elkaar: zonder beeld en gelijkenis en het lied verschraalt de onderlinge herkenning van het woord van de Schrift’. Maar ook: ‘Waar het leerhuis als zelfstandig project of minstens als element in de kerkdienst ontbreekt, slaat de liturgie aan het galmen.’ 

Alles voor allen is een indringend en inspirerend, hier en daar bezwerend  appèl van een voluit katholiek denkende dichter-theoloog om kerkmensen en alle mensen van goede wil warm te maken voor het visioen van Gods nieuwe wereld en zich daarvoor in te zetten.

Of ik dan geen kritiek heb? Natuurlijk wel: naar mijn inzicht is Oosterhuis op sommige punten te weinig katholiek (ik zeg niet: rooms-katholiek!), b.v. in wat hij schrijft over de kerk: dat is mij te mager.  Ook zijn christologie is nogal mager: Jezus is meer dan ‘een zoon van de Thora’. Hier, maar ook op andere punten snijdt Oosterhuis te snel vitale stukken uit de Bijbel, b.v. als hij  zegt dat het grote thema van de Joods-christelijke bijbel niet is ‘verzoening met God’, maar verzoening tussen mensen’. Moet ik dan het boek Leviticus, dat het hart van de Thora vormt, maar schrappen? Maar daar staat weer zijn oerbijbelse visie op de opstanding van Jezus tegenover: ‘Het verhaal over Jezus’ opstanding is de meest radicale verbeelding van het gelijk van het visioen: het gelijk is aan hen die, tegen heel de wereld in, blijven geloven in en hopen op verzoening tussen mensen: zij kiezen voor dat visioen als laatste waarheid.’

Zal het ooit goed komen tussen Oosterhuis en de kerk?  Het is duidelijk dat deze halsstarrige ex-priester zich niet meer laat inpassen in de denkwereld van de rooms-katholieke kerk. Daarvoor is hij te ver van haar weggegroeid. Maar zijn bijbels-katholieke visie op de God van Israël en de toekomst van zijn Gezalfde heeft de rooms-katholiek kerk (en hebben alle kerken!!) hard nodig. Daarom was het een bemoedigend teken dat de auteur zijn boek tijdens de genoemde samenkomst in Eindhoven aan de voormalige bisschop van Groningen-Leeuwarden, Gerard de Korte, mocht aanbieden.  Wie weet wat er nog van komt…

Hans Kronenburg

De auteur, emeritus-predikant te Zeist,  was van 1962-1967 predikant van Rinsumageest-Sybrandahuis en van 1991- 1998 van de Grote of Jacobijner Kerk in Leeuwarden. Sinds de oprichting (2013) is hij betrokken bij het Oecumenisch Forum voor Katholiciteit.

Zie www.forumkatholiciteit.nl

bron artikel: Friesch Dagblad 15-02-2017