Waarom woeden de volken en bedenken de naties ijdelheid?
Tegen de achtergrond van een heuvellandschap zien we op de voorgrond, even links van het midden, één van de volken, waarvan de psalm zegt dat ze ‘razen’ en ‘ijdele plannen smeden’ (vs 1 en 2). Helemaal bovenaan beveelt ‘Hij die in de hemel woont’ de vernietiging van een ander volk door gevleugelde engelen met pijlen, speren, drietanden en bijlen (vs 4 en 5). In het centrum, ‘op de heilige berg’ (Sion), staat Christus, ‘de Gezalfde’, aan wie vanuit de hemel door de hand van God (rechts boven) alle macht gegeven wordt (vs 6-8). In zijn rechterhand houdt Christus de ijzeren scepter waarmee hij de aarden kruik, links aan zijn voeten, heeft stukgeslagen (vs 9).
Rechts onder koningen die vermaand worden tot inzicht te komen en de Eeuwige te dienen (vs 10-12). Hun houding straalt bereidwilligheid en opmerkzaamheid uit, terwijl de Gezalfde de linkerhand naar hen uitstrekt. Psalm 2 is de introituspsalm voor de kerstnacht: ‘de Eeuwige sprak tot Mij: Gij zijt mijn Zoon – heden heb U verwekt’. Ook in 2014 zal deze psalm in veel kerken gezongen worden. In een wereld die bol staat van ijdele plannen en heidens geweld viert de kerk de geboorte van Gezalfde Israëls, die de Heer van de geschiedenis zal blijken te zijn. Daarom: die Ohren nicht hängen lassen - es wird regiert (Karl Barth op de avond voor zijn dood in een telefoongesprek met zijn vriend Eduard Thurneysen, 9 december 1968).
De leden van het oecumenisch Forum voor Katholiciteit wensen alle lezers van de Nieuwsbrief een gezegend Kerstfeest en een voorpoedig nieuw jaar!
Ward Cortvriendt
Rik Florentinus
Henk Gols
Barend Kamphuis
Lieske Keunung
Hans Kronenburg
Idelette Otten
Henk Schoon
Hans Uytenbogaardt
Joris Vercammen
Andreas Wöhle
illustratie bij Psalm 2 (Utrechts Psalter, 9e eeuw, Utr. Universiteitsbibliotheek pag 101)
Op 15 november waren we met 65 ondertekenaars van het Katholiek Appel (en andere belangstellenden) in de fraaie Gertrudiskapel te Utrecht bijeen voor de jaarlijkse ontmoetingsdag. In de ochtendvergadering hield Dr Thomas Quartier een boeiende inleiding over het thema ‘Liturgsche spiritualiteit: geleefde liturgie als plek voor katholiciteit’. Zich baserend op de benedictijnse kloostertraditie pleitte hij ervoor de liturgie niet exclusief te focussen op de eucharistie, maar ook het getijdengebed te zien als een volwaardige liturgische gestalte. Overal waar mensen in de kring staan, de psalmen bidden en de gebeden zeggen treden zij binnen in het mysterie van Gods aanwezigheid. Liturgie heeft meerdere lagen: gebed, woord, maaltijd. Welke laag je ook aanboort, altijd is er het wonder van de ontmoeting met de Eeuwige. Quartier onderstreepte desgevraad dat dit van grote oecumenische betekenis is: waar op zondag geen eucharistie/avondmaal gevierd kan worden biedt een gezamenlijk getijdengebed nieuwe kansen! De lezing van Thomas Quartier is te beluisteren op onze website.
In de middagvergadering, waarvoor we verhuisd waren naar de kathedraal, stond de muziek van Arvo Pärt centraal. Ondersteund door het Vocaal Theologen Ensemble o.l.v. Hanna Rijken, leidde Dr Martin Hoondert ons door de muzikaal-spirituele wereld van deze uit Estland afkomstige componist. Aan de hand van een aantal karakeristieke voorbeelden mediteerde Hoondert over wat voor Pärt wezenlijk is: de stilte als muzikaal thema. Zijn muziek staat in dienst van de stilte. Daarom werkt hij met spaarzaam notenmateriaal. Noten geven de stilte (het ongrijpbare) stem, klanken onderbreken de stilte. ‘Er naar luisteren is als het binnentreden in een kerk. Ik heb de neiging daarbij het woord God te gebruiken’.
De dag werd besloten met een gezongen vesper, waarin voorgingen ds Lieske Keuning en ds Hans Uytenbogaardt. Opmerkelijk was dat in de gebeden de gedachtenis werd gevierd van Albertus Magnus en van Jacobus Revius, beiden op 15 november gestorven, de één een dertiende-eeuwse Dominicaan en theoloog, de ander een zeventiende-eeuwse gereformeerde predikant en dichter. Over katholiciteit gesproken: de groten der eeuwen reiken elkaar de hand…
'Door ons te richten op de meest fundamentele aspecten van het christelijk geloof met betrekking tot de werkelijkheid en de activiteit van de Kerk worden gescheiden christelijke gemeenschappen in een nieuwe context geplaatst en worden ze uitnodigd opnieuw de verschillen die hen nog verdelen te overwegen.' Met deze woorden onderstreepte prof. dr. William Henn ofm.cap de betekenis van het document De Kerk, naar een gemeenschappelijke visie.
Op de uitnodiging van de Katholieke Vereniging voor Oecumene (KVvO) en het Oecumenisch Forum voor Katholiciteit (OFK) hield William Henn op 7 november in het Protestants Diensten Centrum een inleiding over de oecumenische zoektocht naar een gezamenlijke visie op de Kerk. Henn, een kapucijner pater uit de VS, doceert ecclesiologie aan het Gregoriana in Rome en was als lid van de commissie Faith and Order nauw bij de totstandkoming van deze tekst betrokken.
In zijn inleiding schetste Henn de verschillende fasen die tot deze convergentietekst geleid hebben. Gedurende een proces van twintig jaar zijn verschillende ontwerpteksten op tafel gelegd die op basis van de reacties van de kerken werden herzien. De tekst De Kerk, naar een gemeenschappelijke visie, die gereed kwam in 2012, is inmiddels toegezonden aan alle kerken die bij Faith and Order zijn betrokken, met het verzoek er vóór 31 december 2015 op te willen reageren. Vorig jaar stond dit belangrijke document centraal op de ontmoetingsdag van het OFK.
Om de inhoud in breder oecumenisch verband bespreekbaar te maken organiseert de KVvO in samenwerking met het OFK een aantal gespreksbijeenkomsten rondom dit document. De Utrechtse bijeenkomst was daarvan de eerste. Voor 2015 zijn nu al bijeenkomsten gepland in Roermond, Krommenie en Drachten. Na een inleiding met powerpointpresentatie worden aan de hand van gespreksvragen groepsgewijs reacties op het document uitgewisseld. Deze zullen gebruikt worden bij het opstellen van een reactie op de tekst. Wie – uiteraard in oecumenisch verband – een dergelijke bijeenkomst wil organiseren neme contact op met drs Geert van Dartel, telefoon 073-7370026, email: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of met Hans Kronenburg, telefoon 030-6950683, email: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
p 21 november j.l. publiceerde de roomskatholieke theoloog Hendro Munsterman, medeondertekenaar van het KATHOLIEK APPEL, op zijn blog een artikel waarin hij zijn lezers eraan herinnert dat op die datum, 50 jaar geleden, tijdens het Tweede Vaticaans Concilie, definitief de bekering van de Rooms-Katholieke Kerk tot de oecumenische beweging bevestigd werd. Toen werden namelijk twee belangrijke documenten afgekondigd, respectievelijk over de kerk (Lumen Gentium) en over de oecumene (Unitatis Redintegratio). De grote verschuiving die toen binnen de roomskatholieke theologie plaatsvond, is de erkenning dat de Kerk van Christus niet eenvoudigweg samenvalt met de Rooms-Katholieke Kerk. Gedurende de vijftig jaar daarna is er veel gebeurd. Op plaatselijk niveau kwamen gemeenten en parochies bijeen om samen te bidden, te leren en – zeker aanvankelijk – de eucharistie te vieren – maar de laatste tijd daar de klad in gekomen en lijken sommigen zich liever op eigen kerkelijk erf terug te trekken.
Munsterman citeert een recente uitspraak van Paus Franciscus: We zondigen tegen de wil van Christus, omdat we ons blijven concentreren op onze verschillen, terwijl onze gedeelde doop vele malen belangrijker is dan deze verschillen. We hebben ieder in onze eigen kerk uitmuntende theologen, maar we moeten niet op hen wachten om tot overeenstemming te komen. Ook herinnert hij aan de toespraak van broeder Alois, de prior van de oecumenische gemeenschap van Taizé, gehouden tijdens de Europese jongerenontmoeting, eind december 2013 in Straatsburg: Komt er niet een moment dat we de moed moeten hebben om samen te komen onder hetzelfde dak, zonder te wachten tot alle theologische formules volledig geharmoniseerd zijn ? Is het niet mogelijk onze eenheid in Christus uit te drukken, vanuit de overtuiging dat de nog bestaande verschillen ons niet scheiden?
In landen als Duitsland, Zwitserland en Frankrijk zijn ter gelegenheid van 50 jaar oecumenische toenadering in veel bisdommen oecumenische vieringen gehouden. Ook hebben diverse bisschoppenconferenties brieven geschreven over de actualiteit van beide conciliedomenten. Maar, aldus Munsterman, in Nederland bleef het opvallend stil. Hij betreurt dat en besluit zijn artikel met een wens: ‘In plaats van een taart met vijftig kaarsjes wens ik vandaag dat in mijn Katholieke Kerk – ook in Nederland – een nieuwe oecumenische wind mag waaien met wat meer moed, wat meer luisteren naar de Geest, wat meer creativiteit.’
Wie uit dit artikel meent te kunnen concluderen dat het de theologen zijn die de grootste vertragende factor vormen in de oecumene, vergist zich: juist op theologisch gebied is er de laatste 50 jaar heel veel creativiteit is losgekomen. Ook het Vaticaan is betrokken geweest bij dialogen met orthodoxen, oud-katholieken, anglicanen, lutheranen, gereformeerden en pinksterkerken - die op hun beurt vaak ook onderling weer met elkaar in gesprek gingen. En steeds was de uitkomst: ‘wat ons bindt is meer dan wat ons scheidt. Er zijn nog wel verschillen (vooral wat betreft het ambt en de sacramenten), maar die zijn oplosbaar.’ Helaas bleef het daarna meestal stil, omdat de kerkleiding er voor terugschrok om de consequenties uit die dialogen te trekken. We moeten dus vaststellen: niet de theologen, maar de kerkleiders zijn het probleem!
En hoe staat het met mijn eigen Protestantse Kerk in Nederland, een kerk die het tastbare resultaat is van de dialoog tussen hervormden, gereformeerden en lutheranen? De synode heeft een aantal jaren geleden in een nota uitgesproken dat ze de oecumene hoog in het vaandel heeft staan. Sinds 2008 zijn er gesprekken gaande met de Pinksterkerken en onlangs besloot de
synode in gesprek te gaan met vier kleinere gereformeerde kerken (christelijk gereformeerd, gereformeerd vrijgemaakt, Nederlands gereformeerd en voortgezet gereformeerd). Allemaal goed en mooi, maar wanneer begint het theologisch gesprek met de meer katholieke kerken, zoals de anglicanen, de oud-katholieken, de rooms-katholieken en – niet te vergeten (denk aan de vele uit het Midden-Oosten gevluchte migranten!) – de orthodoxen? De kerk is immers niet in 1517 begonnen. Wij delen ons geloof niet alleen met Luther en Calvijn, maar ook met Ignatius van Antiochie, Irenaeus van Lyon, Athanasius van Alexandrië en Augustinus van Hippo. Vier bisschoppen, zonder wie de kerk van Christus er anders zou hebben uitgezien.
Dat brengt me op een volgend punt. In Trouw van 30 oktober j.l. las ik dat de lutheranen binnen de PKN vinden dat ze er bekaaid van af zijn afgekomen bij de fusie van 2004. Eigenlijk is alleen hun grote ‘kroonjuweel’, het zegenen van homorelaties, officieel geaccepteerd. Toen ik dat las dacht ik: hoe kun je erover klagen dat je er bekaaid van af bent afgekomen als je geen enkele moeite hebt gedaan om in de fusiegesprekken je minstens even grote ‘kroonjuweel’ in te brengen: het bisschopsambt?! De volbloed lutherse Belijdenis van Augsburg - die ook tot het confessioneel bestand van de PKN behoort! - gaat er immers als vanzelfsprekend van uit dat de kerk door bisschoppen geregeerd wordt (artikel 28). Ze mogen alleen geen wereldlijke macht hebben. De meeste lutherse kerken (Amerika, Zweden, Duitsland) hebben dan ook bisschoppen, maar de ooit uit Duitsland gevluchte lutheranen konden daar in ons door het calvinisme gedomineerde landje natuurlijk niet mee aan komen. Met als gevolg dat we nu, in de 21e eeuw, met een gefuseerde kerk zitten opgescheept, waarin geen wezenlijk gezag is: ieder doet wat goed is in eigen oog. Maar de tijden zijn veranderd en wij met hen: de theoloog Kees van der Kooi en synodesecretaris Arjan Plaisier deden onlangs een goed woord voor het bisschopsambt. Daarom, lutheranen, neem na vijf eeuwen reformatie jullie erfgoed eindelijk serieus en begin een actie voor invoering van het bisschopsambt! De tijd is er rijp voor. Een bisschop (m/v) als teken van eenheid, als hoeder van de geloofstraditie en als ‘gezicht’ naar buiten zou de PKN een echt katholieke uitstraling geven – zeker als dan ook nog alle voorgangers een boordje gaan dragen, niet alleen om herkenbaar te zijn in de trein, maar ook en vooral omdat een boordje herinnert aan de sacramentaliteit van het ambt – waar ik overigens niemand over hoor…
Oecumenisch Forum voor Katholiciteit
p/a Oud-Katholieke Kerk van Nederland
Koningin Wilhelminalaan 3
3818 HN Amersfoort
info@forumkatholiciteit.nl of
via het contactformulier