Een nieuw fenomeen is bezig de kerken te veroveren: de kerkproeverij. Een missionair project, ontstaan in Engeland en in 2017 in ons land geïntroduceerd door de Raad van Kerken. 450 kerken deden er aan toen mee, en voor dit jaar staat de kerkproeverij gepland voor het weekend van 15 en 16 september.
Het is de bedoeling om dan zo veel mogelijk mensen uit de buurt uit te nodigen om mee te gaan naar de kerk. Kerken passen hun programma aan aan de gasten en proberen zo uitnodigend mogelijk te zijn. Vrijdag 7 april j.l. - in de paasweek - werd er in het KRO-NCRV-gebouw een inspiratiedag aan gewijd. De missioloog Stefan Paas hield een inleiding, waarin hij een soort ‘theologie van de uitnodiging’ presenteerde, min of meer onder het motto ‘Kom en proef dat de Heer goed is’ (Psalm 34:9).
In zijn lezing zegt Paas dat gastvrijheid wat anders is dan slimme trucjes bedenken om mensen te winnen. Het is een manier van zijn. En dan beschrijft hij wat dat concreet betekende voor zijn thuisgemeente, Via Nova in Amsterdam: ‘We hebben de hele kerk, de liturgie, de cultuur in de gemeente, de organisatie, de manier van leiding geven, de website, wat ook maar, doordacht en opgezet vanuit dit principe van gastvrijheid. We wilden een uitnodigende kerk zijn.’ Ook als er geen gasten zijn doet de gemeente alsof ze er zijn door b.v. kort de onderdelen van de liturgie uit te leggen, zodat de gasten begrijpen wat er gebeurt. Ook het zingen, bidden en collecteren wordt steeds zo aangekondigd en toegelicht, dat iedereen het begrijpt. Verder wordt er natuurlijk gegeten. ’Dat hoor je haast in elke nieuwere kerk: voor, tijdens en na de viering eet je met elkaar. En alle gasten zijn welkom. Voor hen neem je gewoon wat extra mee. Dus hou op met dat kopje koffie na afloop; zet een grote tafel neer en laat iedereen eten meenemen.’ ( ) Maak gasten deelnemer, op allerlei manieren. Laat het alsjeblieft een beetje lijken, al is het maar een beetje, op het feestmaal van de Heer. ’Kom en proef dat de Heer goed is’. Kerkproeverij, dat mag best een beetje op een restaurant lijken’.
Ik begrijp de bedoeling van de bedenkers van het project en in veel opzichten hebben ze gelijk. We zijn als kerken veel te gesloten en introvert. Maar is dit de weg, met name wat de liturgie betreft? Moet die echt zo laagdrempelig zijn, dat iedereen meteen kan aanschuiven, zoals in een restaurant? Zit daar toch niet het idee achter dat de kerk een volkskerk is of zou moeten zijn? Veronderstelt deelname aan de liturgie van de kerk in onze geseculariseerde cultuur niet een grondige, misschien wel jarenlange catechese? Ik denk aan de vroege kerk, waar de ongedoopten na de dienst van de Schrift de kerk moesten verlaten en de deuren dicht gingen (‘de deuren, de deuren’, riep de diaken!). Ik wil daar niet naar terug, maar het herinnert me wel aan de heiligheid van de eucharistie.
Al zijn er ook rooms-katholieken bij het project betrokken, er zit naar mijn besef een typisch protestantse manier van denken achter. Dat blijkt vooral uit wat Paas schrijft over het samen eten aan een grote tafel, voor, tijdens (!) en na de bijeenkomst. Bedoelt hij daarmee een eigentijdse vormgeving van de eucharistie? Ik denk van wel, al zegt hij het niet met zoveel woorden. Maar de zin waarmee hij zijn beschrijving van de maaltijd afsluit – ‘Kom en proef dat de HEER goed is’ – deed mij meteen aan de eucharistie denken. Het betreft hier namelijk een citaat uit psalm 34:9, een tekst die in de vroege kerk al werd toegepast op de eucharistie. Sterker nog, deze woorden worden geciteerd in de eerste brief van Petrus, een paaspreek gericht tot de pasgedoopten, die in de paasnacht voor het eerst aan de eucharistie hadden deelgenomen en die daarom door de schrijver ‘pasgeboren kinderen’ worden genoemd (zie 1 Petrus 2: 1-3). Maar die pasgeboren kinderen hadden wel een uitvoerige catechese achter de rug voordat ze mochten deelnemen aan de eucharistie… Kortom, toen ik op de zaterdag voor zondag Quasimodogeniti (= pasgeboren kinderen) het verhaal van Stefan Paas las, dacht ik bij het woord ‘kerkproeverij’ eerder aan de eucharistie in de paasnachtviering, die ik een week daarvoor meemaakte en waarin vier volwassenen toetraden tot de gemeente, dan aan gezellige maaltijd in een restaurant. Ik denk in elk geval dat het goed katholiek is om die twee uit elkaar te houden…