GvanDartelVoordat ik u in het kort deelgenoot maak van wat deze tekst in mij oproept, wil ik u twee vragen voorleggen.

  1. Wie van u heeft dit document The Church – towards a common vision (vastgesteld in2012) al gelezen of misschien zelfs grondig bestudeerd? (antwoorden door handopsteken)
  2. Wie van u is dankbaar voor en misschien zelfs enthousiast over deze vrucht van oecumenische dialoog in Faith and Order? (antwoorden door handopsteken)

Mijn reactie bevat drie punten. Allereerst zal ik kort proberen te verhelderen waarom ik zelf enthousiast ben over deze tekst. Vervolgens wil ik u mijn zorg voorleggen ten aanzien van de
receptie van dit document in onze context en ten derde wil ik vanuit het perspectief van de Katholieke Kerk ingaan op de opvatting van eenheid in deze tekst. (Even terzijde: De naam ‘Katholieke Kerk‘ gebruik ik hier als eigennaam en dus niet als descriptief predicaat. Voor de uitleg wijs ik u graag op de oratie van prof. Marcel Sarot bij de aanvaarding van zijn ambt als hoogleraar Fundamentele Theologie aan de Universiteit van Tilburg).

Enthousiasme

In de voorbije weken heb ik met mijn studenten bij Fontys een begin gemaakt met de behandeling The Church. Ik bewonder hen er om dat zij zich door deze tekst hebben heen geworsteld. Het is geen gemakkelijke tekst die je zo even leest. Je moet er echt op studeren en dan nog is het een moeilijk te kraken noot. Mijn studenten zijn positief en welwillend, maar toch lukt het me nog niet echt om het enthousiasme dat ik zelf bij de bestudering van deze tekst ervaar aan hen over te dragen.

Laat mij proberen in enkele punten aan u duidelijk te maken waarom ik enthousiast ben over The Church.

  • Allereerst omdat er na een lang proces dat in 1927 – helemaal aan het begin van Faith and Order – van start is gegaan, een convergentietekst over het wezen en de zending van de Kerk ligt. Deze tekst is de vrucht van een lang volgehouden oecumenische dialoog tussen theologen van onze kerken. Als de commissie in de epiloog schrijft dat de reflectie zo’n niveau van rijpheid heeft bereikt dat men nu durft zeggen dat deze tekst eenzelfde status en karakter toekomt als het Lima- document, dan wil dat wat zeggen en is wat mij betreft reden voor dankbaarheid.
  • Na Lima werd de aandacht van Faith and Order gericht op de ecclesiologie. Met name de Katholieke Kerk heeft er destijds in de reactie op het BEM rapport op aangedrongen aandacht te besteden aan de opvatting over de Kerk, omdat Doop, Eucharistie en Ambt, ingebed zijn in een opvatting over de Kerk en niet op zichzelf staan. Als u het brede heilshistorische en theologische perspectief van dit document op u laat inwerken, dan zult u zien dat dat in deze oecumenische samenspraak werkelijk is gebeurd. En dat is bijzonder! Wat mij enthousiast maakt is dat in deze uitgebalanceerde of gerijpte verhandeling over de Kerk inzichten en accenten uit de grote kerkelijke tradities met elkaar verweven zijn om tot beter en gemeenschappelijk inzicht te komen in het wezen en de zending van de Kerk. Legitieme verscheidenheid binnen de ene Kerk is uiteraard een kenmerk van katholiciteit (in descriptieve zin). Dat er daarnaast nog verschillen blijven die niet zomaar te overbruggen zijn, hoeft ons niet te verbazen. Maar die verschillen ten aanzien van bijvoorbeeld het apostolisch ambt of het gezag in Kerk worden op een manier aangereikt die de partners in de dialoog tot zelfreflectie en nieuwe dialoog aanzet. Dat is dus een van de uitdagingen die dit document ook aan de Katholieke Kerk stelt.
  • Voor een besef van de zin en betekenis van de Kerk zijn woorden alleen niet toereikend. Met definities van de notae ecclesiae of de banden (vestigia ecclesiae) die de kerkelijke gemeenschap dragen alleen, komen we er niet uit en blijven we verstrikt in verschillen van opvatting op theologische en historische gronden. Beter dan woorden geven beelden, ontleend aan de H. Schrift, aan wat de Kerk ten diepste is: Koinonia van de Drieëne God, Volk van God, Lichaam van Christus, Tempel van de Heilige Geest. Wat ik mooi en stimulerend vind in deze tekst, is dat in de beeldtaal de synthese is gezocht en er een samenklank uit verschillende tradities plaatsvindt.

Zorg

Ruim een half jaar geleden vond in Amersfoort bij de Raad van Kerken een eerste presentatie plaats van The Church. Toegegeven, ik was toen zelf kritischer dan ik nu ben, maar toch gefrappeerd dat deze tekst op die bijeenkomst door verschillende sprekers werd af geserveerd als te moeilijk of qua taal en stijl uit de tijd. Prof. Koffeman heeft er op gewezen dat het een theologische tekst is die niet geschikt is voor bespreking in gemeente of parochie. Dat is waar, maar dat neemt niet weg dat er een taak ligt om een vertaalslag te maken naar onze kerken en geloofsgemeenschappen. Daar ligt een zorg die ik in enkele punten met u wil delen.

  • De eerste is of wijzelf nog wel in staat zijn om binnen onze geseculariseerde context de rijkdom aan inzichten die in dit document ligt opgeslagen te verstaan? Daarvoor is studie nodig maar ook ontvankelijkheid.
  • Kennis van alleen de eigen theologische traditie volstaat niet. Een katholiek die deze tekst wil verstaan staat voor de uitdaging zich ook te verdiepen in orthodoxe en reformatorische visies op de Kerk. Kunnen we die zin voor studie nog opbrengen?
  • Maar er is nog een ander, fundamenteler punt, dat ik aanduid met ontvankelijkheid. Het is een prachtig en verheven beeld dat in deze tekst oplicht van de Kerk als God- menselijke werkelijkheid en gemeenschap waar het mysterie van Gods openbaring in Christus wordt gevierd tot heil van alle mensen en de hele schepping. Ik kan me goed voorstellen dat lezers daarover struikelen, want dat moet wel botsen met onze werkelijkheidsbeleving. De Katholieke Kerk in ons land gaat door één van de moeilijkste periodes in onze lange geschiedenis. Niet door druk van buitenaf, maar door leegloop, conflicten en vertrouwensbreuken binnen de Kerk zelf. Velen onder ons zijn gewond in onze verhouding tot en ons denken over de Kerk. Nog maar weinigen lijken de Kerk lief te hebben en kunnen de verbinding maken tussen Christus en de Kerk zoals in dit document gebeurt. Natuurlijk kunnen theologen op vaktechnische gronden met elkaar de dialoog voeren over de vragen die in dit document genoemd worden en die van grote betekenis zijn voor de eenheid van de Kerk zoals over de plaats van de synodale structuren van besluitvorming, over het verschil tussen sacrament en ordinantie of over de noodzakelijkheid van het gewijde ambt. Maar daaraan vooraf gaat de vraag of we de Kerk zoals we die in onze werkelijkheid ontmoeten, ervaren en beleven, willen en kunnen liefhebben. Als dat niet (meer) het geval is, blijft deze tekst een dode vrucht. Waar ontmoeten wij de Kerk waar het in deze tekst over gaat? Zijn wij daar ontvankelijk voor in onze gekwetstheid en gebrokenheid?

Eenheid

De Katholieke Kerk is vanaf 1968 volwaardig lid van Faith and Order en een van drijvende krachten achter de oecumenische dialogen die wereldwijd bilateraal en multilateraal worden gevoerd. Een kenmerk van de katholieke inzet voor oecumene is het verlangen naar het herstel van eenheid in de ene Kerk. Dit is als zodanig een identiteitskenmerk van de Katholieke Kerk. Maar zoals Jos Vercruysse sj schreef, de geschiedenis van de Kerk wordt niet gekenmerkt door eenheid, maar door voortschrijdende verdeeldheid. In verschillende periodes van de kerkgeschiedenis heeft de Katholieke Kerk o.a. door concilies (Lyon, Florence, Trente) geprobeerd de eenheid te herstellen. In de oecumenische beweging gaat het de Katholieke Kerk ook om het herstel van de eenheid vanuit de fundamentele overtuiging dat de eenheid van de Kerk de opdracht is van de Heer.

Daarom proberen we verdeeldheid en tegenstellingen tussen de kerken te boven te komen. Deze convergentietekst heeft daarvoor weer een stuk weg gebaand. Het is met meer dan 300 kerken niet gemakkelijk om op deze weg naar eenheid verder te komen. Wie mag daar de regie in voeren? Hoe wordt er voor gezorgd dat iedereen aan bod komt en er geen machtsgreep plaatsvindt?

Faith and Order kan de eenheid van de Kerk niet afdwingen of organiseren. De commissie kan in een proces van dialoog de contouren in kaart brengen en de vragen die overblijven opnieuw voorleggen aan de kerken zelf. In deze tekst is dat zoals gezegd op een magnifieke wijze gedaan.

In deze tekst wordt eenheid, die gegrondvest is in geloof, sacramenten, apostolisch ambt en conciliaire vormen van besluitvorming, verstaan als gemeenschap in eenheid en verscheidenheid en als gemeenschap van lokale kerken (waarbij het woord lokaal overigens polyinterpretabel is).

Het concept van de legitieme verscheidenheid biedt als kenmerk van katholiciteit mogelijkheden op de weg naar het herstel van kerkgemeenschap {we hoeven het niet over alles eens te zijn), maar roept tevens de vraag op wie en op basis van welke gronden en criteria zal bepalen wat wel en niet legitiem is. Komt daar niet impliciet de vraag naar het universeel ambt in dienst van de eenheid om de hoek kijken? Of behoort dat tot de bevoegdheid van synodes en concilies?

Het model gemeenschap van lokale kerken is een wenkend perspectief in verschillende bilaterale dialogen die de Katholieke Kerk voert. Ik denk met name aan de dialoog met de Orthodoxe Kerk en de Oud-katholieke Kerken. In hoeverre dat model ook op de banden met reformatorische en evangelische kerken en gemeenschappen van toepassing zou kunnen zijn die wat kerkorde betreft verder afstaan van de Katholieke Kerk is een belangrijke vraag die de tekst ons stelt.

Afsluiting

Ik kom aan het slot van mijn bijdrage. The Church is een belangrijke tekst die onze aandacht ten volle verdient. Sommigen hadden misschien het geloof al opgegeven dat het nog ooit tot een vervolg op het destijds zo goed ontvangen Lima-rapport zou komen. Ik twijfel er niet aan dat er vanuit de Pauselijke Raad voor de Eenheid in Rome een uitvoerige, inhoudelijke reactie op The Church zal komen. Op de voorgaande versie over Wezen en Zending van de Kerk kwam een achttien pagina’s tellend positief-kritisch en zeer gedetailleerde reactie. 
Onze uitdaging ligt hier dichter bij huis en is om de kerken in Nederland op de hoogte te stellen van de voortgang die de dialoog over de Kerk heeft geboekt met het doel de band van gemeenschap te versterken en de nog openstaande vragen bespreekbaar te maken.

Ik dank u voor uw aandacht.

Utrecht, 5 oktober 2013

Geert van Dartel
Vraag voor het gesprek:
Wat betekent The Church op onze weg naar de eenheid van de Kerk?
Zijn de termen ‘gemeenschap in legitieme verscheidenheid’ en ‘gemeenschap van lokale kerken’ een stap vooruit voor alle bij een oec. beweging betrokken gemeenten?