Onder grote belangstelling werd op 3 november 2012 in de Lutherse kerk te Utrecht het Katholiek Appel gepresenteerd. Aartsbisschop Joris Vercammen presenteerde namens de zeven initiatiefnemers de tekst van het appel.
Toen hij met hen aan tafel was nam hij brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. Nu werden hun de ogen geopend.(Lucas 24:30-31)
Aan deze ervaring van de leerlingen, gaat eerst een andere vooraf: die van het gesprek met elkaar over ‘alles wat is voorgevallen’ en van het zoeken naar verbinding van de leegte die deze vragen achterliet met de traditie van de Schriften, van Mozes en de profeten.
Die ervaring van verbinding – of liever: van verbonden worden – wordt beleefd als een genade, slechts te ontvangen en niet ‘te maken’. Die ervaring culmineert in de ervaring van de ontmoeting met de Verrezene: Hij is het die het brood voor hen breekt; en tegelijk ongrijpbaar als al het mooie wat mensen overkomt.
Waar mensen verbondenheid zoeken, vooral in hun nood en met hun vragen, meldt de Verrezene zich als tochtgenoot en voorganger. Die verbondenheid blijft altijd open staan op meer: verbondenheid zoekt nog meer verbondenheid. De leerlingen gaan de weg terug om de anderen bij hun ervaring te betrekken en samen zullen ze getuigen, te beginnen in Jeruzalem, maar uiteindelijk overal, altijd en voor allen…de hele wereld en de ganse mensheid is het perspectief.
Het ‘tafelgebeuren van Emmaüs’ dat zich spreidt over de hele wereld: dat is de katholiciteit van de kerk. Daarbij hoort wat er aan voorafgaat en wat erop volgt aan solidariteit en gesprek, roeping en commitment voor het heil van mens en wereld. Zoekend naar verbondenheid worden leerlingen tot handlangers van de Eeuwige ‘die afdaalt om het volk te bevrijden’ (Exodus 3,8) Katholiciteit is de participatie aan de ‘Missio Dei’.
We delen met elkaar de zorg dat in onze kerken het besef van de verbondenheid met de kerk van alle tijden en alle plaatsen vervaagt. Christen-zijn is een zaak van het zoeken naar verbondenheid en dus geen individuele zaak. Die verbondenheid betreft de hele heilsgeschiedenis zoals die in de Schrift zijn neerslag vindt en waarvan de traditie van de vroege kerk tot op onze dagen getuigt. Want alleen ‘samen met alle heiligen, in verbondenheid met de kerk alle tijden en alle plaatsen, kunnen we de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte van Gods liefde verstaan (Ef. 3:18).
Die verbondenheid betreft daarom alle medegelovigen waarmee we in principe diezelfde ‘Emmaüs-tafel-ervaring’ delen, maar ook alle mensen die in principe allen uitgenodigd mogen weten aan die Tafel.
Aan die Tafel worden we aan elkaar gesmeed als ‘Lichaam van Christus’. Dat is: de werkzame aanwezigheid van de Levende in deze wereld en in de mensengeschiedenis. Aan de ‘Tafel van verbondenheid’ ontvangen we wie we zijn: aan elkaar toevertrouwd en aan de wereld gegeven als een ‘goede genade’. De ‘liturgie van woord en sacrament, lofzang en gebed’ gaat als vloeiend over in de ‘liturgie van het leven’ met haar pastoraat, diaconaat en apostolaat. Gemeenschap met de Verrezene, met elkaar en met alle mensen: het zijn aspecten van een en dezelfde ‘heilige Verbondenheid’.
‘Heil is er niet buiten de kerk’ is een uitspraak van Cyprianus. Het is jammer dat deze uitdrukking nogal eens ideologisch werd misbruikt, want daarmee wordt volstrekt voorbij gegaan aan de intentie ervan. Je kunt de uitspraak immers ook omdraaien: daar waar aan mensen heil gebeurt, daar is ‘kerk’ te ervaren, want daar is sprake van liefde en vergeving, vertrouwen en zorg, verbondenheid en geborgenheid, bevrijding en overgave. Samen vormen ze de afdruk van de voetstap van de Allerhoogste, die in Christus naar ons is toegekomen om als tochtgenoot met mensen door hun leven en hun geschiedenis te gaan.
“Katholiek is wat overal en altijd en door allen geloofd is”, aldus de stelregel van de Gallische priester Vincentius van Lerimun uit de vijfde eeuw. Hij werd bekend met zijn monografie over de dogmaontwikkeling. Hij stelt daarin de belangrijke vraag naar de relatie met de traditie. De vraag is hoe de verbondenheid van de kerk met de traditie functioneert: hoe legitiem het is dezelfde traditie verschillend te beleven en hoe kun je de traditie waarvan je deel uitmaakt legitiem voortzetten. Vincentius stelt in dit verband het conciliaire karakter van de kerk centraal. De verbondenheid met de traditie kan volgens Vincentius niet los gezien worden van de verbondenheid met elkaar en de trouw aan de traditie impliceert meteen ook de verantwoordelijkheid voor het actualiseren ervan. Met wat ‘overal en altijd en door allen geloofd is’ worden drie aspecten van de katholiciteit van de kerk benoemd.
Wat overal geloofd wordt heeft niet altijd hetzelfde uitzicht. Met andere woorden: geloof is contextueel bepaald. Christenen uit al deze contexten hebben elkaar nodig. Ze leren van elkaar en ze corrigeren elkaar. Samen doen ze de ervaring op van de universaliteit van het evangelie dat in staat is bevrijding te bewerken voor alle mensen hoezeer hun culturen ook kunnen verschillen van elkaar. Bovendien doen ze samen de ervaring op van zoveel goeds dat Gods Geest in de verschillende culturen al tot stand heeft gebracht en nog steeds tot stand brengt.
Geloof mag dan zich uiten in verschillende gestalten, samen staan we op de schouders van de apostelen die ‘te beginnen met Jeruzalem over de hele wereld getuigenis hebben afgelegd van de naam van de Heer opdat ze tot inkeer komen en hun zonden worden vergeven’ (Lucas 24: 47-48). Gelovigen van alle tijden zullen zich stevig weten staan op de vaste grond van dit apostolisch getuigenis. Het vertelt hen dat de Verrezene ook met hen op weg is naar een toekomst die hun stoutste dromen overtreft. Het doet hen delen in de zegen die de apostelen van de Verrezene ontvingen. De Geest zal ook ons nog in beweging brengen!
Christenen mogen een eenheid beleven die ruimte schept en mensen hun waardigheid als kind van God garandeert. De eenheid die Christenen aan de Tafel der Eucharistie beleven, is de sleutel voor een samenleving van recht en gerechtigheid en nog veel meer dan dat. Christenen kunnen een doorbraak bewerken naar een inclusieve samenleving op alle niveaus waarbij mensen, hoe verschillen dook, niet alleen tot hun recht komen en zichzelf mogen zijn. De kerk is katholiek omdat ze inclusief is.
Katholiciteit is een kwaliteit van de kerk die verwijst naar haar vermogen om eenheid en verbondenheid te bewerken. Verscheidenheid moet niet noodzakelijk tot verdeeldheid leiden, integendeel verscheidenheid is de rijkdom van een diepe eenheid die in wezen als genade al gegeven is. De vroege kerk, die zoals bekend niet zonder conflicten en bijhorende verdeeldheid was, heeft drie instrumenten ontwikkeld om de weg naar die eenheid niet te verliezen: de canon (de Bijbel), het credo (de geloofsbelijdenis) en het ambt van episcopè (opzicht), persoonlijk en collegiaal gestalte gegeven in de geloofsgemeenschap. Samen vormen ze het instrumentarium dat in staat is de kerk bij haar katholieke wezen te bepalen. Ze hangen onlosmakelijk samen, ook al steekt vaak de neiging op het een te verabsoluteren ten nadele van het andere. De eenheid van de kerk werd er niet door gediend en haar katholieke karakter lijdt er onder tot op vandaag.
Daarom doen we een appel op alle kerken en christenen in Nederland om terug te keren naar onze gezamenlijke oorsprong, en de samenhang tussen de canon, het credo en het ambt van episcopè te herstellen. Zo zullen wij de katholiciteit van de ene kerk van Christus hervinden en een geloofwaardig teken kunnen zijn van Gods heilzame bedoelding met deze wereld.
Deze oproep willen wij u, drie vertegenwoordigers van enkele grotere christelijke denominaties of confessies van ons land, en aan de vicevoorzitter van de Nederlandse Raad van Kerken, aanbieden. Als een groep van ambtsdragers en theologen stelden we samen dit manifest op als een appel aan onze zusters en broeders ambtsdragers en alle medechristenen in ons land, vanuit een grote bezorgdheid voor de verkondiging van het evangelie in onze tijd. We doen dit vanuit het geloof dat een gezamenlijke bezinning op de katholiciteit als een kwaliteit van de kerk, ons verder kan brengen op de weg van onze eenheid. Daartoe willen we een inhoudelijke bijdrage leveren waardoor het streven van zowel de Nederlandse Raad van Kerken als het net opgerichte Nederlands Christelijk Forum naar we hopen nog aan kracht en invloed mag winnen. Allen die met de katholiciteit van de kerk begaan zijn, nodigen wij uit zich bij ons aan te sluiten, dit appel te ondertekenen, en er op die manier aan mee te werken om de Raad én het Forum, nog wat meer katholieke wind in de oecumenische zeilen te geven.
Als we u dit appèl aanbieden mag dat gezien worden als de uitdrukking van ons commitment aan het oecumenisch ideaal en vooral van onze bereidheid daaraan dienstbaar te zijn.
+ Dr. Joris Vercammen,
Oud-katholiek Aartsbisschop van utrecht
(De cursieve tekst betreft citaten uit het ‘Katholiek appel’.)