In deze eerste dagen van het nieuwe jaar vieren we de komst van Christus, het Licht van de wereld. Juist deze dagen, waarin de coronatreurnis ons land meer dan de ons omringende landen treft, zien we daar met meer verlangen dan gebruikelijk naar uit. De coronacrisis maakt ons echter soms ook wat extra inventief.
Zo hebben sommige orthodoxe parochies alles gedaan om zoveel mogelijk mensen deel te laten nemen aan het feest van de geboorte van Jezus. De Kerstliturgie werd niet alleen op Eerste en Tweede Kerstdag gevierd, maar ook op 7 januari, de dag die overeenkomt met 25 december volgens de Juliaanse kalender, die in een aantal Orthodoxe Kerken wordt gevolgd. Vooral Russische en Servische leden van deze parochies gaven zich op voor deelname aan de Kerstliturgie op die dag.
De dag daarvoor, 6 januari, wordt in de Orthodoxe Kerk niet Driekoningen gevierd – dat feest valt in de Orthodoxe Kerk samen met Kerstmis – maar de doop van Jezus in de Jordaan. We moeten ons realiseren dat Jezus ons niet alleen heeft bevrijd uit de macht van satan door Zijn dood en opstanding, maar dat Hij ons ook verteld heeft van de liefdevolle band met Zijn Vader, en ons de Drie-eenheid heeft geopenbaard.
In het tropaar van het feest van de doop van Jezus in de Jordaan komt dit duidelijk tot uiting: “Toen Gij, Heer, in de Jordaan werdt gedoopt, werd de aanbidding der Drie-eenheid geopenbaard. De stem van de Vader heeft van U getuigd en noemde U Zijn geliefde Zoon. De Heilige Geest, in de gedaante van een duif, bevestigde de waarheid van dit woord. Gij zijt verschenen als het licht van de wereld. O Christus God, eer aan U.” Vandaar dat dit feest ook “Theofanie” – “Godsverschijning” wordt genoemd.
Aartspriester Theodoor van der Voort