In de Vrijgemaakt-Gereformeerde Kerken wordt momenteel druk overlegd over de vraag of de kerkelijke ambten opengesteld dienen te worden voor vrouwen. Prof. Barend Kamphuis, sind kort lid van onze stuurgroep, en Marinus de Jong, theologisch student aan de Theologische Universiteit Kampen, hebben zich in de discussie gemengd met een interessant arikel in het Nederlands Dagblad van 3 oktober j.l. Daarin vragen zij aandacht voor het katholieke aspect van deze zaak, door hun kerk eraan te herinneren dat zij onderdeel is van de kerk van alle tijden en alle plaatsen. En dat het daarom haar plicht is niet op eigen houtje een dergelijke vergaande beslissing te nemen, maar eerst te luisteren naar andere kerken. ‘Wij zijn niet alléén christenen. De hele kerk leest de Schrift. De Geest werkt in de kerk over de hele wereld. Dat is het luisteren waard’.
Maar wat, als blijkt dat grote delen van de wereldkerk – veel gereformeerde en evangelisch-charismatische kerken, de gehele rooms-katholieke kerk en alle oosters-orthodoxe kerken - geen vrouw in een regeer- of leerambt kennen? Moet dan de Vrijgemaakt-Gereformeerde Kerk zich daarbij neerleggen? ‘Geenszins’, zeggen de auteurs, ‘want de ene katholieke kerk sluit pluraliteit niet uit en culturele diversiteit in verschillende tijden en plaatsen kan pluraliteit rechtvaardigen’. Zij zijn dus niet tegen de vrouw in het ambt, maar ze vragen hun kerk bij het nemen van een beslissing alle factoren mee te wegen – ook de vaak vergeten factor van de katholiciteit. Dezelfde vraag kan gesteld worden aan de Protestantse Kerk in Nederland, als zij overweegt aan niet-geordineerde ambsdragers sacramentsbevoegdheid te verlenen. Ook die vraag raakt de katholiciteit van de kerk.