Onder de titel ‘Liedboek – een katholieke bundel’ schreef prof. dr. Anton Vernooy, emeritus hoogleraar Liturgische Muziek aan de Katholieke Universiteit Tilburg, in het Gregoriusblad een artikel over het pas verschenen Liedboek – zingen en bidden in huis en kerk. Hoewel het bedoeld is als een boek voor protestantse kerken, noemt Vernooy het een ‘katholieke’ bundel, omdat het een doorbraak betekent naar een pluriforme kerk en naar de oecumene. ‘Het Liedboek is een katholieke bundel. Daarmee wordt vooreerst zijn pluriformiteit bedoeld, zijn variëteit aan teksten, melodieën, genres en vormen. Zien we door die vele bomen het vertrouwde Protestantse bos niet meer? Jawel hoor, alleen staat er vandaag in dat bos een keur aan verschillende boomsoorten met gebladerte, van waaruit vogels van diverse liturgischvocale pluimage fluiten.
Vervolgens is de spiritualiteit van het kerklied voortaan niet meer eenkennig: ook de geest van hedendaagse nieuwe stromingen ademt er in door. Deze draagt er toe bij dat de longen van de ‘ene heilige katholieke kerk’ gezond blijven. Vernooy noemt het Lieboek een Godsgeschenk – zowel aan de kerken van de Reformatie als aan de Romana - zeker gezien de huidige beleidsomstandigheden daar’.
Ook Pieter Endedijk, de coördinator en redactiesecretaris van het hele project, schrijft in het meinummer van Woord en Dienst over het katholiek karakter van het nieuwe liedboek. In antwoord op de vraag, hoe de redactie omging met de enorme verschillen in geloofsbeleving tussen de deelnemende kerken schrijft hij: ’Openhartige gesprekken maakten het mogelijk dat men begrip kreeg voor een lied dat men eerder tot een andere geloofsstroming rekende. Eén woord kwam veelvuldig voor: verbinden. Liederen kunnen verschillen overbruggen en verschillende tradities verbinden. Men kreeg begrip voor ‘het lied van de ander’, ging het respecteren en soms waarderen. Zo kreeg ‘katholiciteit’ binnen de redactionele arbeid gestalte. Een oecumenisch gezichtspunt werd meer en meer zichtbaar: de traditie van de ander kan mij verrijken’.