In het Nederlands Dagblad van 12 januari jl. stond een interessant artikel van de Vlaamse internetpriester Nikolaas Sintobin over de verschillen en overeenkomsten tussen de geloofsculturen van protestanten en (rooms-) katholieken. Uiteraard komt daarbij ook de liturgie ter sprake. De auteur schrijft daarover: ‘In het bijzonder evangelische protestanten kunnen gepassioneerd liturgie bedrijven.
Ik ken gemeenten waar men elke week een nieuwe dienst uitvindt. Die mag lang duren en de, voor katholieken, eindeloze preek wordt aandachtig beluisterd. Katholieken gaan voor kort en altijd hetzelfde. De eucharistie is altijd hetzelfde ritueel. Soms erg saai. De aandacht voor schoonheid en symboliek geeft opening naar het mysterie van God. De herhaling van dezelfde woorden en gebaren maakt verinnerlijking mogelijk. Een evangelische christen zei me geschokt te zijn hoezeer protestantse kerken thans graaien in de katholieke liturgische schatkamers. Ik gun hun die herontdekking van onze gemeenschappelijke liturgische traditie van harte’.
Let op het woordgebruik: waar de protestant denigrerend spreekt over ‘graaiende protestanten’, spreekt de rooms-katholiek respectvol over de ‘herontdekking van onze gemeenschappelijke traditie’. In het laatste herken ik mij, in het eerste niet. Aan de orde is namelijk het verheugende verschijnsel dat protestanten beginnen te ontdekken dat allerlei ooit - om begrijpelijke redenen - door hen veroordeelde tradities en gebruiken bij nader inzien helemaal niet ‘rooms’ zijn, maar algemeen-christelijk, katholiek en zelfs bijbels. Ik noem drie voorbeelden die ik het afgelopen half jaar tegenkwam in de kerkelijke pers.