Onlangs verscheen de Nederlandse vertaling van de bestseller Geduld met God, van de Tsjechische priester-filosoof Tomás Halík. Het is een ‘prachtig intellectueel en spiritueel boek’ (Trouw), waarin de schrijver ons aan de hand van het verhaal van Zacheüs uitdaagt om in gesprek te gaan met de seculiere, zoekende mens van deze tijd. Halík is van mening dat de kerk zich in het verleden te veel verschanst heeft in dogma’s en de mystieke dimensie van het geloof verwaarloosd heeft. Daardoor heeft zij veel mensen van zich vervreemd. ‘De Bijbel leidt ons naar de waarheid niet met behulp van definities en theoretische systemen, maar juist via verhalen, grote en kleine drama’s – zoals het verhaal van Zacheüs – en duizenden andere verhalen’ (….) Willen we in onze tijd over goddelijke zaken spreken, dan moeten we bepaalde woorden gezond maken en weer tot leven wekken, want ze zijn uitgeput door de last van de vele betekenissen die mensen door de eeuwen heen eraan opgedrongen hebben. Het is een project dat herinneringen wekt aan woorden uit een oud kerklied, een vurig smeekgebed tot Gods Geest: Maak warm wat koud is, bevochtig wat droog is, genees wat ziek is, maak los wat stram is geworden is. Eén bede kunnen we er wellicht nog aan toevoegen`: breng dichterbij wat veraf is!’