Een mooi voorbeeld van een goed gesprek is de dialoog tussen lutheranen en rooms-katholieken enerzijds en lutheranen en gereformeerden anderzijds. De oecumenicus Leo Koffeman schreef daar een instructief over in het tijdschrtift Kerk en Theologie (april 2017).
Een belangrijk thema in deze dialoog is de betekenis van de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in de eucharistie c.q. het avondmaal. Rooms-katholieken plachten die nogal massief ontologisch op te vatten (Christus is ‘werkelijk’ aanwezig in de eucharistie), gereformeerden vervielen uit reactie op Rome in een soort spiritualisme (Christus is op geestelijke wijze present), terwijl de lutheranen een middenweg bewandelden (Christus is ook na zijn hemelvaart werkelijk aanwezig in, met en onder de elementen van brood en wijn). Deze leerstellige verschillen zijn historisch bepaald en dankzij een intensieve dialoog overwonnen. Men heeft elkaar gevonden in de belijdenis dat de gekruisigde en opgestane Christus zichzelf present stelt in de handeling van het eten van het brood en het drinken van de wijn. In feite gaat het hier, aldus Koffeman, om een nieuw verstaan sacramentaliteit. Gewoon brood en gewone wijn worden ‘omgezet’ (getransformeerd), in dienst genomen, om te verwijzen naar Christus.
Dit katholieke (bijbelse!) besef vraagt onder om een liturgie waarin de presentie van de Opgestane op herkenbare wijze tot uiting komt, om een taal die niet primair ‘uitlegt’, maar evocatief is, een geheim oproept. Niet alleen bij protestanten, ook bij rooms-katholieken mankeert het daar nogal eens aan. Men wil alles ‘uitleggen’. En dan citeert Koffeman Herman Finkers, die naar aanleiding van de door hem ontworpen missa in mysterium in Trouw opmerkte: ‘In de vieringen zoals die in de meeste katholieke kerken van ons land worden gehouden, ligt de nadruk te veel op het begrijpelijk maken van dingen, te weinig op het mysterie. En zo ontstaat een bijna protestantse viering. Het feit dat het allemaal te begrijpen moet zijn, is het loslaten van de katholieke gedachte. In de katholieke kerk heeft eigenlijk een reformatie plaatsgevonden waarin men de Bijbel en de uitleg daarvan meer centraal stelt en het mysterie minder. (…) Centraal in de rooms-katholieke kerk staat het Mysterie. Het leven is een geheim. Dat is een wijsheid waar niemand aan kan tornen. Nogmaals: ik vind protestanten hartstikke goed en fijn. Ik heb ook wel eens deelgenomen aan het avondmaal bij protestanten. Het is voor een keertje best wel leuk – het zijn toch geloofsgenoten – ze drukken het alleen heel anders uit. Zij willen er wijzer van worden, iets leren. En dat is natuurlijk iets anders dan het eren van het Geheim achter alle dingen.’