Wat is het verschil tussen heiligenverering en personencultus?
Een personencultus veruitwendigt zich in een overtrokken en onredelijke dweepzucht en bewondering voor bepaalde invloedrijke personen en hun prestaties. Dit valt regelmatig filmsterren, topsporters of wereldlijke bewindvoerders te beurt. De afstand tussen deze personencultus en de heiligenverering is evenwel hemelsbreed. “Aan Cleopatra denkt men terug, tot Maria bidt men”, zo zegt het, met een boutade, de nieuwe Katechismus.

De heiligen worden niet vereerd op grond van hun prestaties, maar wel om wat hun daarbij bezield heeft. Een authentiek geloof en leven heeft hun levenswandel van Gods heiligheid vervuld. Versmalt en ontaardt de personencultus de mens, dan wordt van de verering van heiligen verwacht dat zij verheft en verruimt. Zo maakt geen enkel liturgisch gebed van het  (oud-) katholieke kerkboek gewag van de buitengewone prestaties van heiligen.

Protestanten stonden zeker afwijzend tegenover heiligenverering. Luther wil ze nog wel ‘gedenken’, maar het gereformeerde protestantisme wil echter in het geheel geen heiligenverering. Een mens heeft immers geen verdienste aan eventuele heiligheid. De mens is een zondaar en alleen heilig door Gods genade.

Was tot in de eerste helft van vorige eeuw het bidden tot heiligen populair onder rooms-katholieken, de secularisatie heeft veel van die gebedspraktijken doen verdwijnen. Als men nu kiespijn heeft, maakt men eerst een afspraak met de tandarts.

Toch is bidden tot een heilige niet zonder meer zinloos. Het gaat erom dat de bidder wil groeien in geloof en liefde. Heiligen zijn gelovigen die dat soort van groei intens hebben doorgemaakt. Ze hebben hun hun bestemming ondertussen bereikt, maar zijn dus ook bekend met alle hindernissen en valkuilen op de weg naar God. We mogen ervan uitgaan dat ze begaan zijn met ons en met ons welzijn. Ze zijn over de grenzen van de dood heen solidair met ons. Ze zijn ons niet alleen tot voorbeeld, er is ook een actieve betrokkenheid van hen naar ons toe. Gelovigen horen immers samen, ook over de grenzen van de dood heen. De kerk op aarde en die in de hemel horen bij elkaar en vormen één grote kring rond Gods troon, om Gods lof te zingen om al het goede dat tot stand komt en waarvan God de bron is.

Joris Vercammen