Het is Aswoensdag geweest, de veertigdagentijd is begonnen. Op weg naar Pasen ruimt het kerkelijk jaar tijd in voor bezinning. Dus ook voor klimaatrouw: verdriet om het verdwijnen van het klimaat dat we nu kennen en de wereld die daarbij hoort. Er is reden genoeg om te rouwen over het klimaat. In het licht van Pasen èn van de kruisdood van Jezus Christus is er ook alle ruimte voor klimaatrouw.
Rouw vraagt om ruimte om te dwalen en een weg te gaan, tussen ontkenning, boosheid, verdriet, en aanvaarding. Die ruimte is er niet vanzelf. Volgens de Franse filosoof Bruno Latour (1947-2022) is de ecologische crisis gekmakend. Wie de film ‘Don’t look up’ (2021) heeft gezien, zal beseffen hoe makkelijk we met elkaar blijven hangen in de fase van ontkenning. Kruis en opstanding geven de ruimte om niet bij die ontkenning te blijven staan.
De betekenis van het lijden van Christus aan het kruis strekt zich volgens Paulus in zijn brief aan de Romeinen uit tot de schepping die ‘ten prooi is aan zinloosheid’ en zucht onder de ‘slavernij van de vergankelijkheid’ (Romeinen 8:20-21). Christus, wijzelf, en de schepping delen in hetzelfde lijden aan zinloosheid en vergankelijkheid. De ecologische crisis hoort daar bij. Onze rouw, onze boosheid, ons verdriet kunnen worden tot een delen in het lijden van Christus. Zijn solidariteit en verbondenheid geven ruimte.
Ingewikkeld bij klimaatrouw is echter dat we niet onschuldig zijn (zoals dat wel vaker het geval is). Het is geen schoon verdriet. Als welvarende Nederlands zijn we mee schuldig aan het grote probleem van de ecologische crisis. We zijn deel van een systeem dat niet duurzaam is, maar waar we niet uit kunnen stappen. Schuldig verdriet is extra ingewikkeld. Rouw neemt die schuld niet weg, de Heer wel. De Heer is gekruisigd voor ons, zoals het credo van Nicea zegt. Hij is gestorven om onze zonden. Wie in hem is, is tegelijk zondaar en rechtvaardige. Dat geeft ruimte voor eerlijk verdriet.
Zijn lijden geeft ook hoop. Hij leed immers uit liefde, om ons opnieuw met God onze Schepper te verbinden en Gods koninkrijk op aarde te brengen. Dat die hoop geen volksverlakkerij is, wordt bevestigd met Pasen. Daar leven we naar toe in deze tijd. Pasen betekent dat zinloosheid en vergankelijkheid overwonnen zijn en zullen verdwijnen. Pasen is het begin van een nieuwe schepping. Eerlijk gezegd weet ik niet wat Pasen precies betekent voor de ecologische crisis. Ik weet niet hoeveel lijden we moeten doorstaan, levend in de schepping die in barensnood is. Maar het is veelbetekenend dat Paulus het lijden van deze tijd typeert als ‘barensweeën’ (Romeinen 8:22). De geboorte van een nieuwe schepping is begonnen. Boosheid, verdriet, en aanvaarding zijn niet het laatste stadium. Op weg zijn naar Pasen betekent op weg zijn naar een nog onbekende toekomst voor deze schepping. En dus is er hoop. Ook hoop geeft ruimte voor klimaatrouw.
Hoop betekent bovendien dat er een handelingsperspectief is. Er is in Christus ruimte voor bezinning, berouw, en bekering. Er is hoop voor de schepping, er is hoop voor de mensheid. Christus is ten onder gegaan in onze wereld vol van crises. Maar Hij is opgestaan als overwinnaar. Klimaatrouw is niet het einde, maar hoort bij een nieuw begin.
Hans Burger
afbeelding: freepik.com