PKN op de schopEr is enige reuring ontstaan in de PKN vanwege de nota ‘Kerk naar 2025’ van synodesecretaris dr Arjan Plaisier. Begrijpelijk, want er in staat klinkt nogal revolutionair, zelfs zodanig dat de hele PKN organisatorisch op haar kop gezet lijkt te gaan worden.

Het meest opvallend is de geopperde mogelijkheid om de 75 classicale (regionale) vergaderingen wegens gebrek aan menskracht op te heffen. Daarvoor in de plaats zouden dan acht regionale synodes komen, met aan het hoofd evenzoveel ‘capabele predikanten met bisschoppelijke gaven’.

Ieder van hen krijgt bepaalde bevoegdheden, met name als het gaat om conflictbemiddeling. De commentator van het ND betitelde deze figuur al als ‘een soort halve bisschop’. Ik kan daar op deze plek niet breed op ingaan, maar beperk me tot drie opmerkingen:

(1) Ik heb niets tegen bisschoppen, mits ze zich niet gaan gedragen als managers of bureaucratische regelneven. Want dan zijn we nog verder van huis! Maak er dan liever geen halve, maar hele bisschoppen van, geen ‘roomse prelaten’, maar herderlijke episkopoi (‘omzieners’), zoals aanbevolen in het Limarapport en recentelijk in het document The Church: mannen/vrouwen met een persoonlijk gezicht, ingebed in een collegiale overlegstructuur en gekozen door de gemeenten. Dat bengt me op het tweede: 

(2) Ook in deze nota wordt weer gesuggereerd dat een presbyteriaal, een congregationalistisch en een episcopaal kerkmodel elkaar uitsluiten. Maar dat is een achterhaalde visie. In de oecumene wordt al jarenlang gewerkt aan een ‘episco-presby-gationeel’ kerkmodel, waarin recht gedaan wordt aan de sterke punten van alle drie de tradities. De kerk van Zuid-India is daar een mooi voorbeeld van. En - niet te vergeten – het model dat jaren geleden al op tafel is gelegd door ds J.M.Gerritsen, voorzitter van het Hilversums Convent. Zijn nota ‘Visioen: een episcopale Hervormde Kerk in Nederland’ (1960) is als bijlage te vinden in mijn dissertatie, Episcopus Oecumenicus, 504- 507. Misschien is het een idee om dat document te bespreken in de synode.

(3) Het verdient naar mijn inzicht aanbeveling om bij de vorming van regio’s niet te focussen op acht, maar op zeven regio’s, conform de zeven bisdommen van de RK Kerk. Dat zal de oecumenische verhoudingen ten goede komen, omdat er veel gemakkelijker dan tot nu toe kan worden samengewerkt op liturgisch, diaconaal en missionair gebied. Daarmee zouden niet alleen de afzonderlijke kerken gediend zijn, maar de hele samenleving.
Al met al, ‘Kerk naar 2015’ is een mondig stuk, dat als basis kan dienen om op voort te bouwen in de richting van een meer katholieke kerkstructuur.