Eind oktober 2013 komt de Wereldraad van Kerken voor zijn tiende assemblee naar Busan, in Zuid-Korea.[1] Er staat veel op de agenda. Daartussen ook een rapport van Faith and Order, de theologische denktank van de Wereldraad, waarvan men hoopt dat het een vergelijkbare betekenis zal krijgen als de Lima- of BEM-rapporten van 1982. Toen werden in de Peruviaanse hoofdstad Lima rapporten door Faith and Order rapporten aanvaard over doop, eucharistie en ambt (Baptism, Eucharist and Ministry,[2] kortweg: BEM). De kerken werd gevraagd daarop te reageren, en de reacties vullen zes banden.[3] Tot op vandaag is dit verreweg het meest bekende en in die zin succesvolle project van Faith and Order. Voor de goede orde: Faith and Order is niet alleen van de Wereldraad: gelukkig is ook de Rooms-Katholieke Kerk (hoewel geen lid van de Wereldraad) lid met alle rechten en plichten van Faith and Order.
In het rapport dat nu is geagendeerd gaat het niet om sacramenten of ambt alleen, maar om de Kerk zelf. Waar is de kerk goed voor? Wat is de kerk eigenlijk, ten diepste?
Dat zijn vragen die soms heel uitdrukkelijk, maar vaker meer verborgen, overal aan de orde zijn. Dat geldt voor een kerkenraad die spreekt over de toekomst van zijn plattelandsgemeente. En het geldt voor het college van kardinalen, in conclaaf bijeen om een nieuwe paus te kiezen. In en onder alle debatten, gesprekken, zoektochten, visioenen en kerkpolitieke manoeuvres gaat het steeds weer om die twee vragen: wat is de kerk, en waar is zij goed voor, d.w.z. waarom is zij er eigenlijk? Kun je daar iets over zeggen, in theologische zin, en dan ook nog op een manier die van belang is voor kerkenraadsleden en kardinalen, voor gemeenteleden en geïnteresseerde buitenstaanders? Goede theologie is immers relevante theologie.
Het document heet The Church – Towards a Common Vision;[1] vanaf nu kortweg The Church. Het is al gepubliceerd, maar het is aan de Wereldraadsassemblee om uit te maken of een raadplegingsproces als dat rond de Lima-rapporten zal worden gestart. In dit artikel wil het document eerst zijn plek geven in de geschiedenis van de oecumene. Hoe is het zo ver gekomen? Dat is van belang als men de betekenis van The Church wil onderkennen. Daarna ga ik in op structuur en inhoud van het document, met in het bijzonder aandacht voor wat (relatief) nieuw is, en voor de rol die katholiciteit in dit document speelt. En tenslotte komt de vraag aan de orde waar niet alleen de kerk, maar ook The Church eigenlijk goed voor is.